Als ambtenaar hoger beroep instellen tegen een beslissing van de bestuursrechter

Als u het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank kunt u binnen zes weken in hoger beroep gaan bij de Centrale Raad van beroep in Utrecht. Het hoger beroep wordt ingesteld door middel van een beroepschrift. Zo nodig kan eerst een voorlopig beroepschrift en daarna een aanvullend beroepschrift worden ingediend.

De procedure verloopt op dezelfde wijze als bij de rechtbank. Wel wordt de zaak altijd behandeld door drie rechters.

De Centrale Raad van beroep is een eindstation. Als het hoger beroep ongegrond wordt verklaard is het niet meer mogelijk het besluit nog op een andere wijze aan te vechten. Beide partijen zullen zich bij de beslissing van de Centrale Raad van Beroep moeten neerleggen.

Als het hoger beroep gegrond wordt verklaard kan uw werkgever worden opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Uiteraard zal uw werkgever daarbij rekening moeten houden met de overwegingen van de rechter. Ook kan de Centrale Raad van beroep zelf in de zaak voorzien. Dat wil zeggen dat de rechter dan zelf beslist hoe de zaak moet worden opgelost.

Als alle fases doorlopen worden (bezwaar, beroep en hoger beroep), dan kan een bestuursrechtelijke procedure soms jaren in beslag nemen. Dit is voor u maar vaak ook voor uw werkgever onwenselijk. Juist om lange procedures te voorkomen kan het verstandig zijn om in een vroegtijdig stadium juridisch advies in te winnen over uw kansen en risico’s.

Ook kan door een gespecialiseerde jurist of advocaat een inschatting worden gemaakt van de mogelijkheid om met uw werkgever buiten een procedure om tot een oplossing te komen.