fbpx
Ga naar content

Werkgever kan onjuiste opzegging niet meer intrekken

Een opzegging van een arbeidsovereenkomst is een zogenaamde eenzijdige rechtshandeling en kan nadat hij de andere partij bereikt heeft, niet meer worden ingetrokken. Dit gegeven kan met name voor werkgevers vergaande financiële gevolgen hebben, met name als er onjuist is opgezegd.

Een werknemer trad op 1 september voor de duur van één jaar in dienst op basis van een arbeidscontract met een proeftijd van twee maanden. De werkgever realiseerde zich niet dat in een jaarcontract hooguit een proeftijd van één maand mag worden opgenomen.

Per aangetekende brief van 30 september zegde de werkgever de arbeidsovereenkomst op met de volgende mededeling: “Hierbij bevestig ik ons gesprek van 29 september jl. waarbij je is medegedeeld dat wij de met jou gesloten arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang hebben beëindigd.”

De werknemer won juridisch advies in en liet de werkgever vervolgens weten dat er sprake was van een ongeldige en dus nietige proeftijd. Door een proeftijd van twee maanden op te nemen in een jaarcontract is er in het geheel geen sprake meer van een proeftijd, zelfs niet voor de duur van één maand.

Werknemer kan kiezen tussen een beroep op nietigheid van opzegging of schadevergoeding

In een dergelijke situatie heef de werknemer twee opties. Hij kan bezwaar maken tegen de opzegging, de nietigheid inroepen en het standpunt innemen dat de arbeidsovereenkomst nog steeds bestaat. Maar hij kan zich ook neerleggen bij de opzegging als zodanig en een beroep doen op de schadeplichtigheid van het ontslag. Dit laatste is precies wat deze werknemer deed. Hij claimde de zogenaamde gefixeerde schadevergoeding gelijk aan de totaalsom van de resterende (elf) maandsalarissen van het jaarcontract.

De werkgever, waarschijnlijk geschrokken van deze schadeclaim, probeerde zijn fout te repareren door de werknemer voor te stellen dan in elk geval de rest van het arbeidscontract uit te dienen. Hij schreef de werknemer: “Ik stel voor dat wij de koe bij de horens vatten en op een goede wijze invulling aan jouw arbeidsovereenkomst gaan geven. Ik neem op korte termijn contact met je op om daar een afspraak voor te maken.”

De werknemer liet daarop weten bepaald niet meer gecharmeerd te zijn van een voortzetting van het arbeidscontract. Daarin werd hij door de kantonrechter en later het gerechtshof in het gelijk gesteld. Volgens de rechters staat het een werknemer vrij om na een onregelmatige (lees: foutieve) opzegging te weigeren om de resterende arbeidsduur uit te dienen, maar aanspraak te maken op een schadevergoeding.

Deze uitspraak laat zien dat het voor werkgevers van groot belang is om bij het opzeggen van een dienstverband de juistheid van de opzegging grondig te controleren. Als er eenmaal is opgezegd, kan een eventuele fout niet meer worden hersteld.

 

Terug naar boven