Ontslagrecht wordt soberder en complexer
De plannen rondom het ontslagrecht wijzen op een guur ontslagklimaat en complexe regels. Met name oudere werknemers met lange dienstverbanden zullen in de toekomst bij een ontslagsituatie hard getroffen worden.
In het regeerakkoord hebben VVD en PvdA gisteren uit de doeken gedaan hoe volgens hen het nieuw ontslagrecht vorm moet gaan krijgen. Op hoofdlijnen zijn dit de belangrijkste punten:
- Een werkgever moet voor elke vorm van ontslag (ontslag op staande voet en proeftijdontslag uitgezonderd) aan het UWV om een ontslagadvies vragen. De alternatieve ontslagroute, ontslag via de kantonrechter, komt te vervallen.
- Een werknemer die ontslagen wordt na een positief ontslagadvies van het UWV heeft in principe geen recht meer op een ontslagvergoeding. Wel komt hij in aanmerking voor een zogenaamd “transitiebudget” van een kwart maandsalaris per dienstjaar met een maximum van vier maandsalarissen.
- Het transitiebudget moet door de werknemer gebruikt worden voor (om)scholing of outplacement.
- Een werknemer die vindt dat hij onterecht ontslagen is of vanwege een reden die aan de werkgever te verwijten valt, kan nadat zijn dienstverband is opgezegd de kantonrechter vragen om een ontslagvergoeding vast te stellen of om het ontslag ongedaan te maken. Dit laatste kan alleen als de werkgever na een negatief ontslagadvies toch is overgegaan tot het opzeggen van het dienstverband.
- De kantonrechtersformule komt te vervallen. Als de rechter een ontslagvergoeding toekent, mag deze vergoeding maximaal een half maandsalaris per dienstjaar bedragen met een maximum van 75.000 euro bruto.
- De duur van de WW-uitkering wordt beperkt tot maximaal 24 maanden. De hoogte van de WW wordt gedurende de eerste 12 maanden nog gekoppeld aan het laatstverdiende loon, de volgende 12 maanden vindt een koppeling aan het minimumloon plaats.
Wat gaat dit in de praktijk betekenen? Werknemers die met ontslag bedreigd worden zullen het zonder of met een veel lagere ontslagvergoeding moeten doen. De kans is dan ook groot dat werknemers zich steviger tegen het ontslag zullen verzetten. Er is immers nauwelijks nog sprake van een financiële buffer in de vorm van een ontslagvergoeding terwijl de WW-uitkering ook wordt uitgekleed.
Werknemer zal ontslag vaker aanvechten
Werkgevers zullen verplicht worden om voorafgaand aan het ontslag een ontslagadvies te vragen aan het UWV. Deze instantie staat bekend om de strikte toepassing van de ontslagregels, bijvoorbeeld als het gaat om ontslag wegens (vermeend) disfunctioneren. Bij een gebrekkig ontslagdossier, en dat komt in de praktijk nog al eens voor, is de kans groot dat het UWV een negatief ontslagdossier geeft. Dit zal voor de werknemer vervolgens weer aanleiding zijn om het ontslag aan te vechten bij de kantonrechter.
Toename van aantal inhoudelijke ontslagprocedures
Vanuit politiek oogpunt is misschien te begrijpen dat VVD en PvdA een compromis moesten sluiten om afspraken te maken over de toekomst van het ontslagrecht. De kans is echter groot dat zij onbewust een complex systeem van ontslagregels hebben gecreëerd. De huidige ontslagpraktijk waarbij werknemer en werkgever vaak in onderling overleg (“met wederzijds goedvinden”) het dienstverband beëindigen zou wel eens flink in populariteit kunnen afnemen ten gunste van een harde wederzijdse opstelling en een toename van het aantal inhoudelijke ontslagprocedures.