fbpx
Ga naar content

Nieuw kabinet laat ontslagrecht ongemoeid

Uit de gisteren bekend geworden regeer- en gedoogakkoorden zoals die tussen de onderhandelaars van VVD, CDA en PVV tot stand gekomen zijn, blijkt dat het ontslagrecht en de WW door het kabinet Rutte niet gewijzigd wordt. In deze status quo is duidelijk de invloed van de PVV zichtbaar. VVD en CDA hadden beiden in hun verkiezingsprogramma’s vergaande ingrepen in het ontslagrecht en de WW aangekondigd.

VVD had fors in ontslagrecht willen ingrijpen

Vooral het VVD-programma wond er geen doekjes om: de kantonrechtersformule en de ontslagprocedure via het UWV Werkbedrijf zou moeten worden afgeschaft. Verder zou er een verdere versobering van ontslagvergoedingen moeten komen door een in de wet vastgelegde ontslagvergoeding van twee weken per gewerkt dienstjaar met een maximum van één jaarsalaris.

Ook CDA had huidig ontslagsysteem willen afschaffen

Maar ook de christendemocraten wilden de ontslagkosten voor werkgevers omlaag brengen door een in de wet geregelde en gemaximeerde ontslagvergoeding. Wel zou er volgens de CDA een loondoorbetalingsplicht voor werkgever bij ontslag moeten worden geïntroduceerd van maximaal zes maanden. De WW zou vervolgens tot een periode van twaalf maanden moeten worden beperkt.

Ontslagrecht is al veel langer onderwerp van discussie

Opvallend genoeg is het ontslagrecht in zijn huidige vorm al jarenlang een doorn in het oog van een aantal politieke partijen. Zo struikelde het kabinet van Balkende in 2007 al bijna eens vanwege de plannen van minister Donner (Sociale Zaken) om het ontslagrecht te versoepelen. PvdA en in mindere mate de ChristenUnie waren toen mordicus tegen.

Ook arbeidsrechtjuristen lijken het huidige ontslagrecht in overwegende mate onrechtvaardig en onbegrijpelijk te vinden, al moet daarbij worden aangetekend dat deze kritiek vooral juridisch van aard is en ziet op de toch wat vreemde dubbele structuur (waarom twee ontslaginstanties met verschillende toetsingscriteria?) en minder wordt ingegeven door de vraag of werknemers eenvoudiger en/of met minder hoge ontslagvergoedingen ontslagen zouden moeten worden.

PVV boekt overwinning met handhaving van huidige ontslagrecht

Het feit dat het ontslagrecht door de aanstaande regering ongemoeid gelaten wordt, laat onmiskenbaar de invloed van gedoogpartner PVV zien. Deze partij had zich, naast de SP, als enige politieke partij expliciet uitgesproken tegen een aanpassing (lees: versoepeling) van het ontslagrecht. Maar ook de PvdA zal verheugd moeten zijn met deze politieke overwinning van haar politieke vijand.

Een tegenslag voor VVD en CDA dus? Dat valt misschien wel mee. In de eerste plaats zal er bij een dergelijke onderhandeling natuurlijk altijd sprake zijn van concessies en aanpassing van het ontslagrecht en WW zijn wellicht om meerdere redenen geen onderwerpen die de hoogste prioriteit hebben.

Rechterlijke macht heeft ontslagrecht in afgelopen jaren zelf gewijzigd

De politiek mag er in de afgelopen jaren dan weliswaar niet in geslaagd zijn om het ontslagrecht te versoepelen, de rechterlijke macht daarentegen heeft niet stil gezeten. Met de versobering van de kantonrechtersformule per 1 januari 1999 is de hoogte van de gemiddelde ontslagvergoeding al fors neerwaarts bijgesteld. En de Hoge Raad heeft nog niet zo lang geleden bepaald dat een werknemer na een ontslag via het UWV Werkbedrijf niet moet rekenen op een ontslagvergoeding op basis van de kantonrechtersformule.

Daar komt bovendien nog bij dat de aankomende vergrijzing waarschijnlijk zal leiden tot een structureel krappe arbeidsmarkt waardoor de druk vanuit werkgevers om tot een verdere versoepeling van het ontslagrecht te komen de komende jaren eerder zal af- dan toenemen.

Kortom: het handhaven van het ontslagrecht is een politieke overwinning voor de PVV, maar klein wisselgeld voor VVD en CDA.

 

Terug naar boven