Oproepkracht en ontslag
In de praktijk komen nogal wat oproepovereenkomsten tot een einde doordat de werkgever de oproepkracht simpelweg niet meer oproept. In een aantal gevallen hoeft u hier als oproepkracht geen genoegen mee te nemen.
Bij de meest losse vorm van een oproepovereenkomst, de zogenaamde voorovereenkomst, ontstaat er elke keer dat u wordt opgeroepen een arbeidsovereenkomst op het moment dat u de oproep accepteert. Er komt dan een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot stand voor de duur van de oproep. Als u met tussenpozen van drie maanden of minder inmiddels voor de vierde keer bent opgeroepen, dan is er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan. Mogelijk kan in een van toepassing zijnde CAO wel een afwijkende regeling zijn opgenomen.
Als er dus sprake is van een vierde oproep (met steeds een periode van drie maanden of minder tussen de verschillende oproepen), bent u voor onbepaalde tijd in dienst. In dat geval kan de werkgever deze overeenkomst niet zelf eenzijdig beëindigen. De werkgever zal hiervoor bij het UWV Werkbedrijf een ontslagvergunning moeten aanvragen.
Ook kan de werkgever de kantonrechter verzoeken uw arbeidsovereenkomst te ontbinden. U hoeft het in die situatie dus niet te accepteren dat u niet meer wordt opgeroepen. In dat geval is het verstandig de werkgever erop te wijzen dat u inmiddels voor onbepaalde tijd in dienst bent en dat u aanspraak blijft maken op doorbetaling van uw loon.
Als u werkzaam bent op basis van een oproepovereenkomst-MUP, dan kan dit zowel een overeenkomt voor bepaalde als onbepaalde tijd zijn. Een oproepovereenkomst-MUP voor bepaalde tijd eindigt in principe automatisch op de overeengekomen einddatum. Maar ook hier geldt dat een opeenvolgende reeks van deze contracten bij het vierde contract tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd kan leiden. In dat geval moet de werkgever toestemming van het UWV Werkbedrijf of kantonrechter hebben om de overeenkomst te kunnen beëindigen.
Ook bij een oproepovereenkomst-MUP voor onbepaalde tijd zal de werkgever in principe zonder toestemming van de kantonrechter of UWV Werkbedrijf niet tot beëindiging van het oproepcontract kunnen overgaan.
Let op: De werkgever heeft geen toestemming van Werkbedrijf of kantonrechter nodig als er sprake is van ontslag in de proeftijd of bij ontslag op staande voet.
Ook interessant voor u:
- Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt automatisch
- Concurrentiebeding aanvechten bij rechter
- Concurrentiebeding en de proeftijd
- Geen uitzondering meer bij verlengen van arbeidscontracten van jonge werknemers
- Heb ik een proeftijd?
- Hoe kom ik van mijn concurrentiebeding af?
- Kan een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussentijds beëindigd worden?
- Kan ik als uitzendkracht bij de opdrachtgever in dienst treden?
- Kan mijn proeftijd verlengd worden?
- Mag ik mijn werkgever beconcurreren als ik geen concurrentiebeding heb?