Strafontslag voor e-mailende ambtenaar
Jeroen is ambtenaar en heeft grote moeite met de manier waarop zijn afdeling geleid wordt. Hij stuurt daarom regelmatig e-mailberichten aan zijn leidinggevenden waarin hij zijn ongezouten mening geeft. Deze berichten krijgen een steeds negatievere toonzetting.
Nadat Jeroen al een aantal malen gewaarschuwd is om te stoppen met deze berichten, krijgt hij voorwaardelijk strafontslag. Tegen dit voorwaardelijk strafontslag maakt Jeroen geen bezwaar. Hij ziet er het nut niet van in.
Een paar weken later komt Jeroen opnieuw in aanvaring met zijn leidinggevende. Opnieuw stuurt Jeroen deze leidinggevende een e-mail waarin Jeroen hem meedeelt dat de leidinggevende niet geschikt is om leiding te geven aan deze afdeling.
Voor de werkgever is de maat nu vol. Jeroen krijgt onvoorwaardelijk strafontslag. Nu maakt Jeroen wel bezwaar en stelt hij later ook beroep in. Tevergeefs. Ook de bestuursrechter vindt dat Jeroen vaak genoeg gewaarschuwd is en met zijn e-mail veel te ver gegaan is. Het strafontslag blijft in stand.