fbpx
Ga naar content

Terugvordering van bijstand na dubieuze aanschaf diverse auto’s

De gemeente ontvangt in april 2008 een bericht van de belastingdienst dat de heer Kok, die een bijstandsuitkering ontvangt, met contant geld een Audi A4 heeft aangeschaft voor een bedrag van 8.200 euro. Enige tijd later zou hij opnieuw contant een BMW cabriolet hebben aangeschaft voor 33.000 euro.

Vaststaat dat de kentekens van beide auto’s, na één dag op naam van de heer Kok geregistreerd te hebben gestaan, zijn overgeschreven op naam van de vriendin van de heer Kok.

De heer Kok heeft de gemeente hier niet geïnformeerd over de aanschaf van beide auto’s, de herkomst van het geld voor de aankoop en de eventuele financiële tegenprestatie voor de overschrijving van beide kentekens op naam van zijn vriendin. De gemeente stelt vast dat de heer Kok daarmee de inlichtingenverplichting heeft geschonden met als gevolg dat het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld. De bijstandsuitkering wordt ingetrokken en teruggevorderd.

De heer Kok maakt bezwaar en gaat uiteindelijk in beroep bij de rechter.

De rechter geeft de gemeente gelijk. Dat de strafrechter de heer Kok heeft vrijgesproken van valsheid in geschrifte, wil nog niet zeggen dat er van intrekking en terugvordering van de uitkering geen sprake zou kunnen zijn. De bestuursrechter (de rechter die oordeelt over de bijstandsuitkering) is niet gebonden aan het oordeel van de strafrechter.

Ook interessant voor u:

Terug naar boven