Recht op IOAW-uitkering met terugwerkende kracht?
De heer Bos heeft op 29 maart 2005 een IOAW aangevraagd als aanvulling op zijn WAO-uitkering. Hij heeft verzocht om toekenning van een uitkering met terugwerkende kracht tot 2 maart 2005. Dat is de datum waarop zijn recht op uitkering ingevolge de Werkloosheidswet (WW) is beëindigd.
De heer Bos geeft aan dat hij zich niet eerder dan op 29 maart 2005 bij het CWI heeft kunnen melden omdat hij pas per brief van 23 maart 2005 door het UWV op de hoogte is gesteld van de beëindiging van zijn WW-uitkering per 2 maart 2005. Een eerdere brief zegt de heer Bos nooit ontvangen te hebben.
De rechter stelt de heer Bos niet in het gelijk. Op grond van de wet wordt de uitkering toegekend vanaf de datum dat deze wordt aangevraagd. Dit betekent dat in beginsel geen uitkering wordt verleend over een periode voorafgaand aan de datum waarop de aanvraag is ingediend en/of de melding heeft plaatsgevonden, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.
Daar is in dit geval geen sprake van. Er is nog een andere brief van het UWV waar de heer Bos wordt gewezen op het eindigen van zijn WW-uitkering. Deze brief is weliswaar ongedateerd, maar door de heer Bos is niet weersproken dat hij deze brief voor 1 juni 2004, dus ruimschoots voor zijn aanvraag heeft ontvangen.
Het betoog van de heer Bos dat hij wegens gebrek aan informatie over het eindigen van zijn WW-uitkering niet tijdig zijn IOAW-uitkering heeft kunnen aanvragen, gaat niet op. Als de heer Bos aanleiding meende te hebben om te twijfelen aan de definitieve beeindigingsdatum van zijn WW-uitkering dan had hij daarover tijdig informatie in te winnen bij het UWV.