Rechtbank verklaart polisvoorwaarde AOV-verzekeraar ongeldig
In een opvallende uitspraak komt de rechtbank in Utrecht een verzekerde van een arbeidsongeschiktheidsverzekering tegemoet door te oordelen dat de verzekeraar tekortgeschoten is in zijn waarschuwingsplicht. De verzekeraar zal de verzekeringsuitkeringen tegenover de verzekerde moeten continueren zelfs na het einde van de verzekering.
Het ging in deze zaak om een fysiotherapeute die haar arbeidsongeschiktheidsverzekering opzegde tegen 1 januari 2006. De verzekeraar beëindigde de verzekering echter pas per 1 januari 2010, de eerstvolgende contractsvervaldatum.
Verzekeraar beroept zich op polisvoorwaarde en stopt uitkering
In januari 2007 werd bij de verzekerde borstkanker geconstateerd. Daardoor raakte zij arbeidsongeschikt. Op 15 juni 2009 schreef verzekerde dat zij haar opzegging ongedaan wilde maken. De verzekeraar weigerde dit. Op 1 januari 2010 stopte verzekeraar de uitkering. De verzekeraar beriep zich op de polisvoorwaarde die bepaalt dat de uitkering eindigt op de dag waarop de verzekering eindigt. De fysiotherapeute laat het er echter niet bij zitten en start een gerechtelijke procedure.
De rechtbank in Utrecht stelt vast dat de polisvoorwaarde op zich niet onduidelijk is, maar niet heel makkelijk te doorzien. Een gemiddelde verzekerde zal begrijpen dat arbeidsongeschiktheid ontstaan na afloop van de verzekering niet is gedekt, maar niet dat arbeidsongeschiktheid ontstaan tijdens de verzekering niet meer is gedekt na de einddatum. Met andere woorden: een gemiddelde Nederlander zal er niet op bedacht zijn dat deze polisvoorwaarde tot gevolg heeft dat het zogenaamde uitlooprisico niet is gedekt.
Verzekeraar had verzekerde moeten waarschuwen
De rechter komt tot de conclusie dat de verzekeraar verplicht was om de verzekerde te waarschuwen voor de consequenties van haar opzegging. Nu de verzekeraar deze zorgplicht niet is nagekomen, kan de verzekeraar zich ook niet op deze polisvoorwaarde beroepen. Het gevolg? De verzekeraar wordt veroordeeld tot doorbetaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering ook na 1 januari 2010 en wel zolang als de verzekerde arbeidsongeschikt is en maximaal tot de oorspronkelijke einddatum van de polis (leeftijd van 60 jaar).
De uitspraak van de rechtbank Utrecht laat zien dat een verzekeraar zich niet altijd op de polisvoorwaarden kan beroepen. De rechtbank stelde vast dat de polisvoorwaarde geen algemene voorwaarde is maar een zogenaamd kernbeding. Dit is vanuit juridisch oogpunt belangrijk want een algemene voorwaarde kan worden vernietigd als het onredelijk bezwarend is (art. 6: 233 sub a BW).
Een kernbeding kan pas buiten toepassing worden gelaten als het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid tot een onaanvaardbaar resultaat leidt (art. 6: 248 lid 2 BW). Dit is een veel zwaarder criterium; onaanvaardbaarheid wordt niet snel aangenomen. Alle omstandigheden spelen een rol, zoals de aard en inhoud van de overeenkomst, de maatschappelijke positie van partijen, de wijze waarop het beding tot stand is gekomen, de mate waarin de wederpartij zich van het beding bewust is geweest en de wederzijdse belangen.
De verzekeraar veranderde eenzijdig zonder overleg met verzekerde de opzegging van 1 januari 2006 naar 1 januari 2010. Daardoor ontstond een voor partijen ongelijk resultaat: de verzekeraar kon nog vier jaar de volle premie incasseren terwijl hij slechts beperkt risico liep (tot 1 januari 2010). Voor de verzekerde echter werd de dekking bekort van de oorspronkelijke 60-jarige leeftijd naar 1 januari 2010.
De contractspartijen waren dus niet gelijkwaardig. De polisvoorwaarden waren eenzijdig opgesteld door verzekeraar, terwijl de verzekerde daarop geen invloed heeft gehad. De polisvoorwaarde in deze zaak is bovendien niet een erg gebruikelijke voorwaarde. Veel verzekeraars dekken het zogenaamde uitlooprisico namelijk wel.
Nu de verzekeraar niet had gewaarschuwd voor de gevolgen van de polisvoorwaarde, leidde het beroep van verzekeraar op de polisvoorwaarde tot een onaanvaardbaar resultaat. Met het wapen van redelijkheid en billijkheid greep de rechter in en werd alsnog recht gedaan aan de verzekerde.
Karen Machielsen is als advocaat verbonden aan Zumpolle Advocaten in Utrecht. Karen is ondermeer gespecialiseerd in geschillen rondom arbeidsongeschiktheid en medisch tuchtrecht. Als u een vraag heeft over arbeidsongeschikheid of medisch tuchtrecht of als u wilt reageren op deze column, kunt u reageren via machielsen@zumpolleadvocaten.nl