Geen WW na niet-verlengen contract voor bepaalde tijd
Iedere werknemer die werkloos wordt vanwege een dringende reden (lees: ontslag op staande voet) of die zelf zijn arbeidsovereenkomst opzegt, komt in feite niet in aanmerking voor een WW-uitkering. Het is daarbij in het eerste geval niet van belang of de werkgever daadwerkelijk is overgegaan tot het geven van ontslag op staande voet.
Dit is, kort samengevat, het oordeel van de Centrale Raad van Beroep (de hoogste rechter op het gebied van het sociale zekerheidsrecht) van 6 april 2011.
Onrechtmatig gebruik van tankpas
Een werknemer wiens arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd afliep op 24 oktober 2007 kreeg van zijn werkgever één week voor deze einddatum per brief te horen dat zijn arbeidscontract niet verlengd zou worden. Volgens de werknemer was zijn contract niet verlengd wegens een bedrijfseconomische reden, maar toen het UWV bij de werkgever informeerde, liet de werkgever weten dat de werknemer zijn zakelijke tankpas voor privé doeleinden had gebruikt. Ook liet de werkgever weten dat het contract wel verlengd zou zijn als dit voorval zich niet zou hebben voorgedaan.
De werknemer hield bij de rechter vol dat er van sjoemelen met de tankpas geen sprake was geweest. Bovendien, zo voerde hij aan, was hij niet op staande voet ontslagen en kon het UWV hem dus ook geen WW-uitkering weigeren. In het bewuste wetsartikel staat immers dat sprake moet zijn van een dringende reden.
De Centrale Raad van Beroep laat weten dat het UWV terecht uitgegaan is van de juistheid van de informatie die de werkgever verschaft heeft. De werknemer is bovendien niet in staat geweest op enigerlei wijze aannemelijk te maken dat zijn arbeidscontract niet verlengd is wegens een bedrijfseconomische reden.
Of werkgever daadwerkelijk tot ontslag overgaat is niet van belang
Er is volgens de rechters dus wel degelijk sprake geweest van een dringende reden. Het feit dat de werkgever niet is overgegaan tot het geven van ontslag op staande voet is niet van belang. Het UWV mag en moet zelf een afweging maken of er sprake is geweest van een situatie waarbij de werknemer dusdanig verwijtbaar gehandeld heeft dat gezegd kan worden dat er sprake is van een dringende reden. Het UWV heeft in dit geval, aldus de Raad, terecht besloten dat de werknemer niet in aanmerking komt voor een WW-uitkering.
Heeft u vragen over sociaal zekerheidsrecht? Bernard de Leest is specialist op het gebied van de sociale zekerheid en als advocaat verbonden aan Zumpolle Advocaten. Uw reactie is welkom op deleest@zumpolleadvocaten.nl