Wat houdt de wezenuitkering in?

Als beide ouders zijn overleden krijgen kinderen onder de 16 jaar een wezenuitkering. De wees heeft het recht op de wezenuitkering. Maar zolang de wees nog niet meerderjarig is, zal de betaling plaatsvinden aan de wettelijk vertegenwoordiger van de wees.

Als de wees meerderjarig is én dan nog recht heeft op een wezenuitkering (bijvoorbeeld omdat de wees studeert), zal de wezenuitkering rechtstreeks aan de wees worden uitbetaald.

Er is ook recht op een wezenuitkering als een van de ouders overleden is en de overblijvende ouder uit het ouderlijk gezag gezet is. De ouder die het laatst overleed moet verzekerd zijn geweest voor de Anw.

De wezenuitkering is niet afhankelijk van het inkomen van de wees.

Ook voor wezen van 16 jaar en ouder kan er recht op wezenuitkering bestaan, namelijk als:

• de wees ten minste 45% arbeidsongeschikt is, tot zijn 18e jaar. Dan gaat de Wajong-uitkering namelijk in;
• de wees studeert. Er moet dan gemiddeld 213 klokuren per kwartaal aan onderwijs worden besteed. In dit geval kan de uitkering doorlopen tot het 21e jaar;
• de wees het huishouden, waartoe ook één andere wees met uitkering behoort, meer dan 19 uur per week verzorgt. In dit geval kan de uitkering doorlopen tot het 21e jaar.