Strafrecht: Veelgestelde vragen
Het beroepsgeheim is de plicht om te zwijgen over feiten en gegevens van derden, die iemand bij het uitoefenen van zijn beroep te weten is gekomen. Het wordt ook wel zwijgplicht genoemd.
Aan het beroepgeheim zit het verschoningsrecht gekoppeld. Handelt de advocaat in strijd met het beroeprsgeheim dan maakt hij zich schuldig aan een strafbaar feit.
In het algemeen moeten getuigen moeten als zijn worden opgeroepen voor verhoor, ten eerste verschijnen en ten tweede de vragen die worden gesteld beantwoorden. Als ze dit weigeren kunnen ze in het uiterste geval worden gegijzeld.
Een advocaat moet wel verschijnen, maar hoeft vragen waarop hij het antwoord alleen maar kan weten omdat u als verdachte deze hem in zijn hoedanigheid als advocaat heeft toevertrouwd, niet te beantwoorden. De advocaat kan zich dan beroepen op zijn verschoningsrecht. Ook familieleden van de verdachte hebben een verschoningsrecht.
De dagvaarding is een juridisch document, geel van kleur, waarop staat van welk strafbaar feit u verdacht wordt en wanneer en waar u dat gepleegd zou hebben. Ook staat er op de dagvaarding op welke datum u bij de rechtbank moet verschijnen.
Daarnaast kunt u op de dagvaarding zien voor welke rechter u moet verschijnen: de kantonrechter, de kinderrechter, de politierechter, de meervoudige kamer etc.
De voorlopige hechtenis is een verzamelnaam voor de periode dat ze u vasthouden van twee fases voorafgaand aan de zitting, namelijk de bewaring en de gevangenhouding of gevangenneming.
Bewaring is een onderdeel van de zogenaamde voorlopige hechtenis. Het is een periode van maximaal 14 dagen waarbij u kunt worden vastgehouden. Of u wel in niet in bewaring moet blijven, beslist de rechter-commissaris.
De raadkamer is een onderdeel van de rechtbank oordeelt over de vordering gevangenhouding of gevangenneming van de officier van justitie. De raadkamer kan uit een (1) of uit drie rechters bestaan.
De politierechter is een ‘unex judex', een alleen rechtsprekende rechter. De meervoudige kamer bestaat uit drie rechters die zich over uw zaak buigen. De politierechter mag maximaal een jaar gevangenisstraf opleggen.
Of uw zaak voor de politierechter komt of voor de meervoudige kamer, hangt af van de ernst van de zaak. De officier van justitie beslist hierover. De politierechter kan de zaak doorverwijzen indien hij van mening is dat de zaak bij de meervoudige kamer hoort, gelet de ernst van het strafbare feit of de omstandigheden waaronder deze is begaan.
De proceur-generaal is belast met de landelijke leiding van het OM. Daarnaast is hij de vertegenwoordiger van het OM bij de Hoge Raad.
U kan altijd proberen om uw schade te verhalen, dit kan via verschillende wegen:
- via uw eigen verzekering
- via de aansprakelijkheidsverzekering van schadeveroorzaker
- via een beroep op het Schadefonds Geweldsmisdrijven
- via een beroep op het Waarborgfonds Motorverkeer
- door schadebemiddeling van de politie of justitie in het kader van het strafproces
- door u te voegen als benadeelde partij in het strafproces
Uw advocaat kan u adviseren welke weg in uw geval de meeste kans van slagen heeft. Hoewel u meerdere wegen kunt bewandelen, krijgt u maar eenmaal uw schade vergoed.
Sinds 1 februari 2008 heeft het OM de bevoegdheid om zelf straffen op te leggen. Dit heet een strafbeschikking. Het OM kan geen vrijheidsbenemende straffen (gevangenisstraf/hechtenis) op te leggen.