Bij heterdaad mag elke burger een verdachte aanhouden
Door de kredietcrisis is Erik K. zwaar getroffen. Hij ziet geen andere mogelijkheid dan op boevenpad te gaan. Hij besluit om in te breken in een vilawijk. Het gaat hem goed af.
Op een zondagavond is Erik weer op pad. Hij heeft dit keer een laptop en een camera te pakken gekregen en verdwijnt met de goederen weer door het ingeslagen keukenraam. Hij wil zich uit de voeten maken met de buit. Op dat moment parkeert Hugo (de eigenaar) net zijn auto en stapt uit. Hij ziet nog net hoe Erik er met zijn laptop vandoor gaat.
Hugo zet het hem om een lopen en houdt Erik aan. Bij de politierechter verweert Erik zich met het verhaal dat Hugo hem niet mocht aanhouden. Nu het geen heterdaad betrof. Buiten heterdaad mag een verdachte immers alleen worden aangehouden door de politie, of een (hulp) officier van justitie.
De politierechter verwerpt dit verweer. Bij heterdaad valt niet alleen te denken aan de gevallen waarin de verdachte betrapt wordt terwijl hij bezig is om ergens in te breken, maar ook aan de gevallen waarin de verdachte zich met de buit van de inbraak uit de voeten maakt.