Veroordeling voor zware mishandeling tijdens voetbalwedstrijd
Na de zaak van de waterpolozusjes, moest de strafrechter onlangs opnieuw vaststellen dat in een sportsituaties de strafrechtelijke grenzen overschreden waren. Dit keer ging het om een voetballer die op 29 oktober jl. schuldig werd bevonden aan zware mishandeling.
Kuitbeen en scheenbeen gebroken
In deze zaak maakte het slachtoffer een actie en passeerde hij een tegenspeler aan de rechterzijde. Het slachtoffer speelde de bal hierbij toen 2 tot 4 meter voor hem uit. Het slachtoffer voelde opeens dat hij op zijn linkerkuit werd geraakt, waardoor hij werd neergehaald. Hij hoorde hierbij een harde knap en voelde hevige pijn in zijn linker-onderbeen. In het ziekenhuis bleek dat zowel het kuitbeen als het scheenbeen op twee plaatsen was gebroken. Het slachtoffer is geopereerd aan deze vier botbreuken, waarbij een pen door zijn knie en scheenbeen is geplaatst. Hij kon als gevolg hiervan maanden niet werken en had thuis verzorging nodig. Nadat bij een tweede operatie de pen was verwijderd heeft het slachtoffer weer een maand thuis gezeten. Hij ondervindt nog steeds ongemakken aan zijn knie.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid tijdens sportsituatie
Zoals ook bij de waterpolozusjes aan de orde is gekomen, moet van geval tot geval worden bekeken of er sprake is van strafrechtelijke aansprakelijkheid in een bepaalde sport- of spelsituatie.
Het gerechtshof achtte het uitgesloten dat de actie van de verdachte, het met gestrekt been trappen tegen het linkeronderbeen van het slachtoffer, op de bal was gericht. De scheidsrechter had verklaard dat de verdachte de bal totaal niet meer kon spelen, dus zuiver het slachtoffer torpedeerde. De verdachte kon de bal niet meer bereiken omdat deze 3 tot 5 meter vooruit was gespeeld. De scheidsrechter deed al 25 jaar als zodanig dienst, maar had een actie als deze niet eerder meegemaakt. Ook de verdachte zelf had verklaard dat hij ten tijde van zijn actie de bal uit het oog was verloren.
Ernstige overtreding van spelregels
Net als in de zaak van de waterpolozusjes was er in deze zaak sprake van dusdanig gevaarlijk gedrag en een zodanig ernstige overtreding van de spelregels, dat dit niet meer valt binnen de tot op zekere hoogte gevaarlijke gedragingen waartoe het spel uitlokt en wat sporters over en weer van elkaar mogen verwachten.
Straf
De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 180 uren. Mocht de verdachte de werkstraf niet naar behoren verrichten, dan zal de vervangende hechtenis voor de duur van 90 dagen worden toegepast.
Ook uit deze uitspraak komen weer een aantal punten naar voren die duidelijk maken wanneer er in een bepaalde sport- of spelsituatie sprake is van het overschrijden van strafrechtelijke grenzen.
- Er sprake was van dusdanig gevaarlijk gedrag en een zodanig ernstige overtreding van de spelregels dat dit strafrechtelijke aansprakelijkheid opleverde.
- Het slachtoffer had zwaar lichamelijk letsel opgelopen.
- De actie was gericht op de speler/slachtoffer en niet meer op de bal.
- De verdachte deed al 30 jaar aan voetbal en was zelf ook scheidsrechter.
Onder deze omstandigheden moet de veroorzaker van dergelijk letsel er rekening mee houden dat hij door zijn gedrag als verdachte in een strafzaak berecht zal worden.
Marjolein Dikkerboom is strafrechtadvocaat en verbonden aan Ten Berge Leerkotte Advocaten. Uw reactie is welkom op dikkerboom@tbladvocaten.nl.