Speekseltest tegen drugs in verkeer
Automobilisten, motorrijders en bromfietsers kunnen vanaf 2012 door de politie getest worden op eventueel drugsgebruik via een speekseltest. Onlangs hebben de ministers van Justitie en van Verkeer en Waterstaat het zogenaamde wetsvoorstel ‘drugs in verkeer’ geïntroduceerd. Dit wetsvoorstel zal een aantal bepalingen in de Wegenverkeerswet van 1994 wijzigen.
Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de opsporing en aanpak van drugs in het verkeer te verbeteren, onder andere doordat weggebruikers door de politie verplicht kunnen worden om mee te werken aan het afnemen van speeksel met de speekseltester. Deze speekseltester kan vrij eenvoudig vaststellen of iemand drugs gebruikt heeft. Hierdoor kan er strenger en eenvoudiger opgetreden worden tegen bestuurders van motorrijtuigen die drugs hebben gebruikt.
Drugs in verkeer: huidige situatie
Ook op dit moment is het volgens de Wegenverkeerswet van 1994 verboden om onder invloed van drugs of medicijnen deel te nemen aan het verkeer. Er is echter geen wettelijke limiet vastgesteld zoals bij rijden onder invloed van alcohol wel het geval is. De politie kan een bestuurder wel staande houden op het moment dat er een verdenking is dat deze drugs heeft gebruikt. De bestuurder moet dan bloed laten afnemen, waarna het bloedmonster voor onderzoek naar het NFI wordt gestuurd.
Als de bloedtest positief uitslaat wordt deze doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie voor verdere strafvervolging. Deze gang van zaken is echter complex en tijdrovend.
Daarnaast is het rijden onder invloed van drugs niet als apart delict strafbaar gesteld, zodat het moeizaam is te bewijzen dat een bestuurder bekend was met de gevolgen en het effect van een bepaalde hoeveelheid aan inname aan drugs en de invloed daarvan op de rijvaardigheid.
Met het nieuwe wetsvoorstel wordt beoogd de opsporing en aanpak van drugs in het verkeer te verbeteren, onder andere doordat weggebruikers door de politie verplicht kunnen worden om mee te werken aan het afnemen van speeksel met de speekseltester die vrij gemakkelijk vaststelt of iemand drugs heeft gebruikt. Hierdoor kan er strenger en eenvoudiger opgetreden worden tegen bestuurders van motorrijtuigen die drugs hebben gebruikt.
Rijden onder invloed van drugs apart strafbaar
Het wetsvoorstel introduceert dus niet alleen de speekseltest, ook worden enkele bepalingen in de Wegenverkeerswet zodanig aangepast dat het rijden onder invloed van drugs apart strafbaar wordt gesteld.
Nederlands Forensisch Instituut komt met drugslijst
Begin dit jaar is door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) een lijst met veel voorkomende drugs en de invloed daarvan op de rijvaardigheid samengesteld. Het voordeel van de lijst voor politie en justitie is dat zonder meer duidelijk wordt welke drugs de rijvaardigheid negatief kunnen beïnvloeden en boven welke waarden het gebruik van een bepaalde drug gevaar voor het verkeer oplevert en dus strafbaar is.
Nu deze lijst in de Wegenverkeerswet wordt opgenomen, betekent dit dat van deze drugs door politie en justitie niet meer bewezen hoeft te worden dat de bestuurder bekend kon of moest zijn met het schadelijke effect van deze drugs op zijn of haar rijvaardigheid. Doordat de drug met naam in de Wegenverkeerswet is opgenomen staat dit gegeven simpelweg vast en zorgt dit ervoor dat de bestuurder strafbaar is.
De meest gebruikte drugs zijn cannabis (marihuana en hasj), opiaten (heroïne, morfine), cocaïne, amfetaminen, middelen die chemisch verwant zijn aan amfetaminen (MDEA en MDMA) en GHB. De negatieve invloed op de rijvaardigheid van deze stoffen is gebleken uit onderzoeken. Met uitzondering van GHB kunnen al deze drugs door middel van een speekseltester aangetoond worden.
Speekseltester is geen bewijsmiddel, maar indicator
De speekseltester is geen bewijsmiddel, omdat deze test niet exact aangeeft hoeveel van welke soort drugs de bestuurder heeft gebruikt. De test kan gezien worden als een indicator of voorselectiemiddel. Het speekselonderzoek is te vergelijken met het voorlopig ademonderzoek bij een blaastest voor alcoholgebruik. Slaat de speekseltest positief uit dan gaat de bestuurder als verdachte mee voor bloedonderzoek door het NFI.
Als het bloedonderzoek dan vervolgens uitwijst dat de bestuurder een hogere concentratie van de meetbare drug in zijn bloed heeft dan de vermelde grenswaarde zoals opgenomen in de lijst in de Wegenverkeerswet, dan is het bewijs geleverd voor overtreding en volgt een straf.
De analyse van het bloedonderzoek blijft als bewijsmiddel gelden, echter door de verplicht gestelde medewerking aan de speekseltest kunnen bestuurders die drugs hebben gebruikt in een eerder stadium door de politie ‘geselecteerd’ worden.
Overige veranderingen
Naast bovengenoemde verruimingen in de Wegenverkeerswet kan de politie dankzij het wetsvoorstel ook bestuurders laten meewerken aan een onderzoek van de psychomotorische functies en de oog- en spraakfuncties als de speekseltester niet het gebruik van drugs heeft aangetoond.
Het sterke vermoeden dat een bestuurder een verboden stof heeft gebruikt is daarvoor genoeg. Deze maatregel is bedoeld om eventuele gebreken van de speekseltest op te vangen omdat deze test niet in alle gevallen het gebruik van drugs kan meten. De politie kan dus ook kijken naar de reactiesnelheid en evenwichtsfuncties van de bestuurder of naar de reflexen van de pupil op licht.
Verbeterde verkeersveiligheid
Het doel van de nieuwe regeling is om de verkeersveiligheid in Nederland verder te verbeteren. Uit onderzoek is gebleken dat niet alleen het gebruik van alcohol, maar ook dat van drugs een negatieve invloed heeft op de rijvaardigheid. Met dit wetsvoorstel sluiten de ministers aan bij de manier waarop ook het alcoholgebruik in het verkeer wordt aangepakt.
Paula van der Geest is als advocaat verbonden aan Ten Berge Leerkotte Advocaten. Heeft u een vraag over strafrecht of wilt u reageren op deze column? Uw reactie is welkom op vandergeest@tbladvocaten.nl.