Gedwongen tongzoen is geen verkrachting meer
De Hoge Raad is teruggekomen op zijn eerdere standpunt dat elke vorm van seksueel binnendringen van een lichaam gezien moet worden als verkrachting in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht.
Tongzoen-arrest
In 1998 oordeelde de Hoge Raad nog in het zogenaamde tongzoen-arrest dat ook een gedwongen tongzoen, hoewel een minder ernstige vorm van binnendringen van het lichaam ten opzichte van gedwongen geslachtsgemeenschap, ook als verkrachting moet worden bestempeld. Van dit standpunt is de Hoge Raad nu teruggekomen.
De uitspraak van de Hoge Raad was het gevolg van een strafprocedure van een man die in 2011 door het gerechtshof Leeuwarden was veroordeeld voor verkrachting omdat hij een schoonmaakster van het Medisch Centrum Leeuwarden in een toiletruimte tegen een muur had aangehouden een haar onder dwang een tongzoen gaf.
Vanaf vandaag is een gedwongen tongzoen aanranding
Volgens de Hoge Raad is een gedwongen tongzoen nog steeds strafbaar, maar vanaf heden als aanranding en niet meer als verkrachting. Daarmee komt de maximale strafmaat voor een dergelijke gedraging uit op acht jaar cel in plaats van twaalf jaar.
De reden voor deze ommezwaai van de Hoge Raad is gelegen in het feit dat een gedwongen tongzoen in het maatschappelijk verkeer niet wordt beschouwd als verkrachting en dat een dergelijke gedraging niet op één lijn kan worden gesteld met geslachtsgemeenschap of een daarmee vergelijkbare gedraging. Ook overweegt de Hoge Raad dat de dader van een gedwongen tongzoen niet langer een strafblad met de vermelding “verkrachting” op zijn naam heeft staan hetgeen grote maatschappelijke gevolgen heeft.
Dit artikel is geschreven door de redactie van Judex.nl. Uw vragen of reactie zijn welkom op info@judex.nl