Testamentvorm voor samenwoners: pseudo-ouderlijke boedelverdeling
Mia (52 jaar) woont al dertig jaar samen met Eelco (ook 52 jaar). Ze hebben twee kinderen, Jaap (30 jaar) en Monique (32 jaar). Mia en Eelco hebben er enkele jaren geleden bewust voor gekozen om een testament met pseudo-ouderlijke boedelverdeling op te laten stellen.
Mia en Eelco bezitten samen een woning met een overwaarde van 180.000 euro. Voor de rest zijn er weinig bezittingen van behoorlijke waarde.
Op een bepaald moment komt Eelco te overlijden en treedt dit testament in werking. Door het testament erft Mia in feite alles, terwijl de kinderen een vordering op Mia krijgen ter grootte van het erfdeel dat zij zouden hebben gehad als ze samen met Mia erfgenaam zouden zijn geweest. Mia is wel verplicht om alle schulden voor haar rekening te nemen.
De nalatenschap van Eelco bedraagt 90.000 euro. (De helft van de woning is immers al van Mia). De vordering van Jaap en Monique op hun moeder bedraagt dus 30.000 euro per persoon. Zij kunnen deze vordering pas opeisen bij het overlijden van hun moeder. Hun vordering is in feite niets meer dan een tegoedbon.
Vaak wordt er in het testament een rente op deze tegoedbon bijgeschreven omdat de kinderen pas in de toekomst aan hun erfdeel kunnen komen. De bijkomstigheid van deze rentebijschrijving is dat de nalatenschap van de langstlevende ouder (Mia) kleiner wordt waardoor de kinderen in de toekomst ook minder successierechten hoeven te betalen.