fbpx
Ga naar content

Nieuwe successiewet: knollen voor citroenen?

De door staatssecretaris alom aangekondigde verlaging van de erfbelasting blijkt – nu de wettekst bekend geworden is – in een aantal gevallen helemaal niet gunstig voor de erfgenamen uit te pakken.

 

Wettelijke verdeling

De meeste verervingen in Nederland vinden plaats in de directe familiekring, dat wil zeggen tussen ouders en kinderen. Als er geen sprake is van een testament, dan spreekt men ook wel van de zogenaamde wettelijke verdeling. Volgens de wet gaat dan de gehele nalatenschap van de overleden ouder naar de langstlevende ouder. De kinderen erven als het ware een tegoedbon die zij pas kunnen verzilveren bij het overlijden van de langstlevende ouder.

Of die tegoedbon dan nog iets waard blijkt te zijn moeten de kinderen maar afwachten. Het staat de langstlevende ouder namelijk vrij om het hele vermogen op te souperen als dat voor haar of zijn verzorging nodig is.

Ouderlijke boedelverdeling

Vóór 2003 kon een dergelijke verdeling van de nalatenschap alleen bereikt worden door het opmaken van een zogenaamd langstlevende testament, ook wel ouderlijke boedelverdeling genoemd. Een destijds opgemaakt langstlevende testament blijft geldig en met de uitwerking daarvan zullen vele mensen nog tientallen jaren worden geconfronteerd.

Er zullen de komende jaren dus heel veel nalatenschappen ontstaan waarbij er sprake is van een zogenaamde wettelijke verdeling of mogelijk van een langstlevende testament. Hoe kijkt de belastingdienst tegen een dergelijke nalatenschap aan?

Verschuldigde successierechten

De belastingdienst betrekt de vorderingen (de tegoedbonnen) van de kinderen bij het bepalen van de verschuldigde successierechten. Dit gebeurt door de vorderingen te waarderen op eenzelfde manier als dat gebeurt bij vruchtgebruik. De belastingdienst stelt zich op het standpunt dat de langstlevende ouder in feite het (vrucht)gebruik heeft van de vordering van de kinderen. Deze partner kan het deel van de kinderen namelijk gebruiken waarvoor hij/zij dat wil.

Een voorbeeld.

Robert en Jeannette waren getrouwd in gemeenschap van goederen. Zij hebben twee meerderjarige kinderen. Robert overlijdt. Er is geen testament, dus de nalatenschap wordt afgewikkeld volgens de zogenaamde wettelijke verdeling. Het maakt voor dit voorbeeld overigens niet uit als Robert en Jeannette een testament met ouderlijke boedelverdeling zouden hebben.

Het saldo van de bezittingen minus de schulden van het totale vermogen van Robert en Jeannette bedraagt 420.000 euro. De helft daarvan, 210.000 euro, vormt de nalatenschap. De andere helft behoort namelijk op grond van het huwelijksvermogensrecht tot het vermogen van Jeannette. Volgens de wettelijke verdeling hebben Jeannette en de twee kinderen elk recht op 70.000 euro. Maar Jeannette krijgt op grond van de regels van de wettelijke verdeling voorlopig de volle 210.000 euro. De kinderen houden een vorderingsrecht van elk 70.000. Dit vorderingsrecht kunnen zij pas uitoefenen als Jeannette overlijdt.

Jeannette is 62 jaar. De belastingdienst waardeert de twee vorderingen van de kinderen (in totaal 140.000 euro) volgens de regels van het vruchtgebruik. Dat betekent volgens de huidige successiewet 6% van 140.000 euro vermenigvuldigd met een factor 10. Daarmee waardeert de belastingdienst de vorderingen dus op een bedrag van 8.400 euro x 10 = 84.000 euro.

De totale nalatenschap van Jeannette wordt door de belastingdienst dus gewaardeerd op 70.000 euro + 84.000 euro = 154.000 euro. De vorderingen van de kinderen worden voor het successierecht afgewaardeerd met eenzelfde bedrag zodat de waardering van de erfenis per kind uitkomt op 70.0000 euro – 42.000 euro = 28.000 euro. Hoewel de kinderen dus voorlopig nog niets in handen krijgen, moet er wel per kind over 28.000 euro worden afgerekend. De wet heeft wel geregeld dat Jeannette als langstlevende partner in dit geval de door de kinderen verschuldigde successierechten moet voorschieten. Dit komt in dit voorbeeld neer op ongeveer 3.100 euro totaal.

Nieuwe successiewet leidt tot hogere successierechten

Volgens de herziene successiewet pakt deze rekensom voor de kinderen (en daarmee voor Jeannette die de successiebelasting moet voorschieten) veel ongunstiger uit. Het totaal door Jeannette voor te schieten bedrag aan erfbelasting komt dan uit op 4.600 euro totaal. Een verschil van 1.500 euro ten nadele van de huidige wet.

Hoe wordt dit veroorzaakt?

Dit komt doordat de rente waarmee mocht worden gerekend bij de afwaardering van de tegoedbonnen van de kinderen is verlaagd van 6% naar 4%. Jeannette en de kinderen en vele Nederlanders met hen moeten met de invoering van de nieuwe successiewet dus juist meer in plaats van minder successierechten betalen.

Eric Greup is notaris en onder meer gespecialiseerd in nalatenschappen. Eric is verbonden aan notariskantoor Jansen & Partner.

Terug naar boven