Mag de overheidsinstantie mijn verzoek om informatie (Wob-verzoek) weigeren?
Als u bij een overheidsinstantie met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) een verzoek indient om bepaalde informatie te verkrijgen, dan zijn er in feite twee uitkomsten mogelijk:
- uw verzoek om informatie wordt ingewilligd
- uw verzoek om informatie wordt afgewezen
Uw verzoek om informatie wordt ingewilligd
Als de overheidsinstantie uw verzoek inwilligt, kan de informatie op verschillende manieren aan u ter beschikking worden gesteld:
- U ontvangt een kopie van de gevraagde documenten of de letterlijke inhoud van een document, geluidsband, film of andere gegevensdragers.
- U wordt uitgenodigd om de documenten in te komen zien.
- U ontvangt een uittreksel of een samenvatting van de inhoud.
- U ontvangt informatie uit documenten of andere gegevensdragers.
Uw verzoek om informatie wordt afgewezen
Niet elk Wob-verzoek om informatie wordt automatisch ingewilligd. Hoewel als uitgangspunt geldt dat alle informatie van de overheid openbaar is, zijn er een aantal uitzonderingssituaties waarop een overheidsinstantie zich zou kunnen beroepen.
Er zijn kortweg twee soorten uitzonderingscategorieën:
- De absolute uitzonderingsgronden. Dat wil zeggen dat uw verzoek om informatie in deze gevallen altijd zal worden geweigerd.
- De relatieve uitzonderingsgronden. Dat wil zeggen dat de overheidsinstantie afhankelijk van het geval kan beslissen de informatie wel of niet te verstrekken.
Absolute uitzonderingsgronden
In een aantal specifieke gevallen wordt uw Wob-verzoek om informatie geweigerd. Dit is het geval als het wél verstrekken van de informatie:
- betrekking heeft op contacten tussen de Koningin en de ministers. In vaktaal zegt men dan dat uw verzoek om informatie ‘de eenheid van de Koning en Ministers in gevaar zou kunnen brengen’.
- de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden. Dit is het geval bij informatie van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD).
- betrekking heeft op vertrouwelijke bedrijfs- en fabricagegegevens die door personen of bedrijven aan de overheid zijn meegedeeld.
- betrekking heeft op gevoelige persoonsgegevens.
Als een van de hierboven beschreven situaties zich voordoet, is er sprake van een zogenaamde absolute uitzonderingsgrond en zal de overheid u de gevraagde informatie niet verstrekken. U kunt dan wel besluiten tegen deze weigering bezwaar en beroep in te stellen.
Relatieve uitzonderingsgronden
Bij de zogenaamde relatieve uitzonderingsgronden moet de overheidsinstantie een afweging maken tussen het algemene belang van de openbaarheid van gegevens en anderzijds een van de hieronder genoemde bijzondere belangen:
- Nederlandse internationale betrekkingen
- economische of financiële belangen van de Staat
- opsporing en vervolging van strafbare feiten
- inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen
- eerbiediging van persoonlijke levenssfeer
- het belang dat de geadresseerde heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie
- het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling
Als de overheidsinstantie van mening is dat in uw specifieke geval het bijzondere belang zwaarder weegt, dan zal de gevraagde informatie niet verstrekt worden. U kunt dan wel besluiten om tegen deze weigering bezwaar en beroep in te stellen.
Een voorbeeld.
De heer Sniek heeft al jaren een ‘geheime’ bankrekening in België waarop inmiddels een aanzienlijk kapitaal staat buiten het zicht van de Nederlandse fiscus. Op een dag krijgt de heer Sniek onverwacht bezoek van de belastingdienst die getipt blijkt te zijn over deze bankrekening.
De heer Sniek wil wel eens weten wie hem ‘verraden’ heeft en dient bij de belastingdienst, met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), een verzoek in om openbaarmaking van de handgeschreven anonieme tip.
Zijn Wob-verzoek wordt echter afgewezen met het argument dat openbaarmaking van de handgeschreven anonieme tip het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de tipgever kan schaden, omdat de identiteit van de tipgever aan de hand van zijn handschrift achterhaald zou kunnen worden. Volgens de belastingdienst weegt het privacybelang van de anonieme tipgever zwaarder dan het belang van openbaarmaking van deze informatie.
Wel werd de heer Sniek de letterlijke en volledige inhoud van de schriftelijke informatie (de anonieme tip) meegedeeld, maar zonder hem (een kopie van) de handgeschreven brief zelf te overhandigen.