Aansprakelijkheid van de wegbeheerder
Wegbeheerdersaansprakelijkheid is een bijzondere vorm van opstalaansprakelijkheid.
Op de openbare weg gebeuren veel ongevallen. Niet alleen tussen weggebruikers onderling maar ook in de vorm van zogenoemde eenzijdige ongevallen. Die ongevallen kunnen hun oorzaak vinden in gebreken van de weg. Het gaat bij deze vorm van aansprakelijkheid overigens alleen om verharde wegen.
De aansprakelijkheid van de wegbeheerder is in het geding als de weg niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. Veel hangt hierbij af van de aard van de weg, maar het uitgangspunt is steeds dat de wegbeheerder – meestal een overheidsdienst – moet uitgaan van normaal gebruik door een normale weggebruiker. Als normaal gebruik niet mogelijk is, moet daarvoor worden gewaarschuwd. De wegbeheerder moet er ook rekening mee houden dat niet iedereen even voorzichtig is of zich aan de verkeersregels houdt.
Een voorbeeld.
U rijdt uw auto total loss in een bussluis. Bij de sluis stond een bord met een pictogram van een bussluis en een onderbord met de tekst ‘Pas op: bussluis’. Het ligt voor de hand dat de wegbeheerder in dit geval niet aansprakelijk is. Toch zal de rechter per geval moeten nagaan of de verkeerssituatie misschien zo riskant was, dat de wegbeheerder extra maatregelen had moeten nemen. Als er in korte tijd bijvoorbeeld meerdere auto’s in de bussluis zijn gereden, had de wegbeheerder kunnen weten dat er sprake was van een gevaarlijke situatie.
De wegbeheerder die al eerder nadrukkelijk op een bepaald risico is gewezen is, zal eerder aansprakelijk zijn als er (opnieuw) een ongeval gebeurt.
Aan een doorgaande weg of een snelweg worden hogere eisen gesteld dan aan een B-weggetje. Niet alleen voor wat betreft kuilen of oneffenheden maar ook voor de noodzaak van onmiddellijke reparatie.
Een voorbeeld.
U valt met uw fiets omdat er vier tegels ontbreken in het fietspad. De aansprakelijkheid van wegbeheerder lijkt hier voor de hand te liggen, maar ook in dit geval zal een rechter kijken naar alle omstandigheden van het geval. Factoren als de zichtbaarheid van het gebrek, het gebruik van het fietspad en de inspectiefrequentie van de wegbeheerder spelen allemaal een rol bij de beoordeling van de aansprakelijkheid.
Het enkele feit dat een stoeptegels enigszins omhoog steken of ontbreken, een putdeksel wat is verzakt, wortels steile hobbels hebben veroorzaakt of een waarschuwing voor slipgevaar ontbreekt, betekent dus niet dat de wegbeheerder automatisch aansprakelijk is. Steeds hangt het af van alle omstandigheden van het geval.
Als benadeelde partij moet u bewijzen dat de weg gebrekkig is. Daarom is het verstandig om direct na het ongeval een aantal duidelijke foto’s te maken van de wegsituatie en het gebrek. Probeer daarbij inzicht te geven in de afmetingen van het gebrek, het beeld van de omgeving en hoe u het gebrek – al dan niet – kort voorafgaand aan het ongeval had kunnen waarnemen.
Ook is het belangrijk om (persoons)gegevens van eventuele getuigen te verzamelen om later de toedracht van het ongeval te kunnen bewijzen. Veel zaken tegen wegbeheerders worden door een rechter afgewezen op het feit dat de benadeelde partij naderhand onvoldoende inzicht kan geven in de feitelijke situatie.