Alcohol en verkeersongevallen
In juridische procedures geldt vrijwel altijd de bewijsregel: wie eist, bewijst. Dit houdt in dat degene die de procedure start en bij de rechter een claim of vordering indient, zal moeten bewijzen dat bepaalde gebeurtenissen zich ook daadwerkelijk zo hebben afgespeeld.
Als het gaat om verkeersongevallen kan een rechter van deze algemene bewijsregel afwijken als een van de betrokken bestuurders te veel gedronken heeft.
Een voorbeeld.
Twee bromfietsers (Tim en Jeroen) rijden op een fietspad en komen uit tegenovergestelde richting. Zij komen met elkaar in botsing. Tim loopt bij de aanrijding letsel op en wil zijn schade verhalen op Jeroen. Vast staat dat een van de bromfietsers onvoldoende rechts heeft gehouden, maar het is niet mogelijk vast te stellen wie. Wel blijkt dat Jeroen te veel alcohol gedronken heeft.
Tim start een gerechtelijke procedure om zijn schade vergoed te krijgen. De rechter komt tot het oordeel dat Jeroen door zijn alcoholgebruik de verkeersveiligheid in gevaar heeft gebracht. Met name door deze omstandigheid vindt de rechter dat de bewijslast niet op Tim rust. Tim hoeft dus niet te bewijzen dat Jeroen onvoldoende rechts heeft gehouden.
Het is volgens de rechter Jeroen die maar moet bewijzen dat het ongeval ook gebeurd zou zijn als hij niet te veel zou hebben gedronken. Omdat Jeroen dit niet kan bewijzen, moet hij de schade van Tim vergoeden.
Ook interessant voor u:
- Eenzijdige ongevallen
- Ik ben als passagier betrokken bij een ongeval met een motorvoertuig
- Kinderen, betrokken bij een verkeersongeval
- Verkeersongevallen tussen motorvoertuigen
- Verkeersongevallen tussen motorvoertuigen en fietsers of voetgangers
- Verkeersongevallen tussen voetgangers en fietsers
- Wat is schadeverdeling?
- Wie moet er wat bewijzen bij een verkeersongeval?