Wat is overlijdensschade?
Volgens de Nederlandse wet is overlijdensschade de schade die bepaalde nabestaanden kunnen claimen omdat de overleden persoon (bijvoorbeeld als ouder of partner) nu niet meer in staat is hen de onderhouden of te verzorgen. Deze nabestaanden hebben dan recht op een financiële compensatie van degene die het overlijden veroorzaakt heeft.
Omdat er vooral in het verkeer zoveel mensen noodlottig overlijden, is de betalende partij meestal een (auto)verzekeraar. Maar ook als er sprake is van een overlijden door andere omstandigheden, variërend van een medische fout tot moord, kan overlijdensschade geclaimd worden.
Bij het berekenen van de omvang van de overlijdensschade wordt gekeken naar de financiële behoefte van de nabestaande(n). Wat de exacte financiële behoefte van iemand is, is moeilijk vast te stellen.
Het uitrekenen van overlijdenssschade is dan ook specialistenwerk. Vaak wordt hiervoor in opdracht van een advocaat of een rechtbank een speciaal rekenbureau ingeschakeld.
Uitgangspunt bij het vaststellen van een overlijdensschade is dat door het wegvallen van een persoon, bijvoorbeeld een vader, andere personen, bijvoorbeeld kinderen, in hun verzorging of rechtstreeks in hun portemonnee getroffen worden.
Die personen hebben recht op financiële compensatie van degene die het overlijden veroorzaakt heeft. Het concrete bedrag dat uit de berekening van de overlijdensschade als resultaat naar voren komt, noemt men in vaktaal de behoeftigheid.
Welke factoren spelen bij het vaststellen van overlijdensschade een rol?
Bij de berekening van de overlijdensschade wordt ook rekening gehouden met bepaalde toekomstontwikkelingen. Stel dat een weduwe hertrouwt of kinderen op eigen benen komen te staan. In die gevallen zal de behoefte van deze nabestaanden minder worden.
Aan de andere kant wordt bij de berekening van de overlijdensschade ook gekeken naar de ontwikkelingen die de overledene zou hebben doorgemaakt als hij niet overleden was. Zou iemand bijvoorbeeld op het punt gestaan hebben om een belangrijke promotie te maken, dan zou hierdoor het gezinsinkomen fors hebben kunnen toenemen.
Ook de aanwezigheid van bepaalde levensverzekeringen speelt bij de berekening van de overlijdensschade een rol. Als bij het overlijden bepaalde bedragen tot uitkering komen, betekent dit dat daarmee de behoefte van de nabestaande(n) minder wordt. Daardoor zal ook de overlijdensschade minder zijn.
Geen recht op smartengeld / immateriële schade
Volgens de wet hebben alleen een beperkt aantal mensen die dichtbij de overledene stonden, recht op overlijdensschade. Men noemt deze mensen ook wel de kring van rechthebbenden.
Er bestaat voor deze kring van rechthebbenden dus recht op compensatie van overlijdensschade. Maar opvallend genoeg kent de Nederlandse wet geen recht op smartengeld of immateriële schade bij overlijden.
Het verdriet dat voortkomt uit iemands overlijden geeft dus geen recht op schadevergoeding. Er bestonden plannen voor een nieuwe wettelijke regeling die uit zou gaan van een bedrag van 10.000 euro aan smartengeld (zogenaamde affectieschade). Deze wettelijke regeling heeft echter geen doorgang gevonden en het is onduidelijk of een dergelijke regeling er in de toekomst nog zal gaan komen.
Het gaat bij overlijdensschade dus puur om financiële schade die voortkomt uit het wegvallen van het inkomen van de overledene.
Per persoon (uit de kring van rechthebbende) zal gekeken moeten worden hoe hoog de zogenaamde behoefte is en welke schadeposten voor vergoeding in aanmerking komen. Vanwege het zeer specialistische karakter van de overlijdensschade is het verstandig om hierbij een gespecialiseerde letselschadeadvocaat in de arm te nemen.