Loonbeslag
Een derdenbeslag kan onder allerlei derden worden gelegd. Bij veel voorkomende derdenbeslagen wordt beslag gelegd bij de belastingdienst (op bijvoorbeeld toeslagen), maar ook kunt u denken aan beslag bij een verzekeraar. De meest voorkomende vormen van derdenbeslag zijn:
- beslag op loon
- beslag op de bankrekening
Als er beslag gelegd wordt bij een werkgever, dan gaat het om een arbeidsovereenkomst op grond waarvan de werkgever ook in de toekomst nog loon verschuldigd zal zijn aan de betreffende werknemer. Omdat de arbeidsovereenkomst al bestond op het moment dat het beslag gelegd wordt, vallen ook de toekomstige loonbetalingen onder het derdenbeslag.
Deze vorm van derdenbeslag (ook wel loonbeslag genoemd) heeft tot gevolg dat een deel van uw salaris zal worden ingehouden en aan de deurwaarder zal worden overgemaakt net zolang totdat uw schuldeiser volledig betaald is.
Beslagvrije voet
Het deel van het loon dat voor u overblijft noemt men ook wel de beslagvrije voet. Als er beslag gelegd wordt op uw loon (of op uw uitkering) dan moet er altijd rekening gehouden worden met deze beslagvrije voet.
De reden hiervoor is dat de overheid vindt dat iedereen recht heeft op een minimaal inkomen ook als u nog schulden moet afbetalen. Zonder beslagvrije voet zou iemand letterlijk geen enkel inkomen meer over kunnen houden.
In het algemeen bedraagt de beslagvrije voet 90% van de voor u geldende bijstandsnorm.
Een beslagvrije voet kan echter hoger of lager worden door bepaalde omstandigheden. Zo zal de hoogte van de huur een rol kunnen spelen. De deurwaarder stelt de definitieve beslagvrije voet dus vast aan de hand van de gegevens die hem bekend zijn. Normaal gesproken zal de deurwaarder bij de schuldenaar vragen naar deze gegevens door middel van een formulier dat aan de schuldenaar wordt uitgereikt.
Als de schuldenaar dit formulier niet invult en terugstuurt, dan zal de deurwaarder aan de hand van een standaardtabel de belastingvrije voet vaststellen.
Hoogte van belastingvrije voet is afhankelijk van gezinssituatie
De hoogte van de beslagvrije voet is allereerst afhankelijk van aan uw leefsituatie. De wet kent de volgende categorieën:
- alleenstaande
- alleenstaande met kinderen jonger dan 18 jaar
- gehuwden, samenwonenden, delers van een huishouden
De vraag tot welke categorie iemand hoort is niet altijd even eenvoudig te beantwoorden. Iemand die nog bij zijn ouders woont kan bijvoorbeeld aangemerkt worden als iemand die een huishouding deelt en is dan dus geen alleenstaande. En voor iemand die alleenstaande is, maar niet met de dagelijkse zorg van zijn/haar kinderen is belast, behoort niet tot de categorie alleenstaande met kinderen.
Soms hogere belastingvrije voet
De beslagvrije voet is in de basis gelijkgesteld aan 90% van de voor u geldende bijstandsnorm. Bepaalde omstandigheden kunnen er echter voor zorgen dat u recht hebt op een hogere beslagvrije voet. De belangrijkste redenen zijn:
- de hoogte van uw huur
- de hoogte van uw bijzondere ziektekostenverzekering
- de hoogte van de inkomsten van uw partner
Heeft u geen huurtoeslag, dan is het zeker de moeite waard om goed te kijken of de deurwaarder uw beslagvrije voet wel correct heeft vastgesteld. Op diverse websites kunt u uw eigen beslagvrije voet berekenen.
Wanneer wel of geen beslagvrije voet
In het algemeen is er sprake van een beslagvrije voet als het gaat om periodieke betalingen zoals loon, een uitkering of alimentatie. Deze periodieke betalingen zijn specifiek in de wet omschreven.
Gaat het om een andere vorm van periodieke betalingen en is de schuldenaar voor zijn levensonderhoud van deze periodieke betaling afhankelijk, dan kan de schuldenaar de rechter verzoeken om een belastingvrije voet vast te stellen.
Een voorbeeld van een geval waarin geen beslagvrije voet geldt is het geval waarin iemand freelancer werkzaamheden voor een derde (lees: opdrachtgever) verricht.
Een voorbeeld.
Bart is freelance journalist en werkt voor meerdere kranten. Voor Dagblad De Stem schrijft hij iedere week een column. Daarvoor stuurt hij elke week een factuur van 500 euro aan de krant. Peter krijgt nog geld van Bart en laat via een deurwaarder derdenbeslag leggen bij De Stem.
Op het moment van beslagleggen heeft de krant 3 facturen van Bart nog niet betaald. De Stem zal deze bedragen nu aan de deurwaarder moeten betalen. De deurwaarder zal geen rekening houden met een beslagvrije voet. Overigens vallen de toekomstige bedragen die De Stem nog aan Bart moet betalen niet onder het beslag. Voor deze bedragen heeft Bart namelijk nog geen facturen verstuurd.
Halveren en op nihil stellen van beslagvrije voet
De deurwaarder is gerechtigd om de beslagvrije voet te halveren bij mensen die een economische eenheid vormen. Dit mag de deurwaarder echter alleen wanneer de inkomsten van de partner niet worden opgegeven nadat de deurwaarder daarom heeft verzocht.
De halvering mag echter geen lagere beslagvrije voet tot gevolg hebben dan de helft van de zogenaamde gehuwden- en samenwonendennorm.
Als het gaat om een schuldenaar die geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland heeft, dan mag de deurwaarder de beslagvrije voet op nihil (o) stellen. Dit betekent dus dat dan de volledige inkomsten onder het beslag zullen vallen. Mensen die in het buitenland wonen, maar uit Nederland hun inkomsten ontvangen lopen dus een risico dat de gehele inkomsten aan de deurwaarder worden betaald.