Wijzigingsverzoek kinderalimentatie
Plien en Douwe gaan scheiden. Over een aantal zaken zijn Plien en Douwe het eens. Zo zullen de kinderen bij Plien gaan wonen. Plien blijft tijdelijk in de gemeenschappelijke woning wonen en Douwe blijft de lasten van de woning en alle overige lasten van de woning doorbetalen.
Daarnaast spreken Plien en Douwe af dat de woning in de verkoop wordt gezet.
Plien en Douwe worden het niet eens over de vraag welk bedrag aan kinderalimentatie Douwe op dit moment moet voldoen. Plien stelt dat zij zichzelf en de kinderen niet kan onderhouden van haar inkomen van 550 euro netto per maand. Douwe daarentegen stelt dat hij naast het betalen van alle vaste lasten niet nog een bedrag aan kinderalimentatie kan voldoen.
De rechter hakt in een voorlopige voorziening de knoop door en bepaalt dat Douwe onvoldoende draagkracht heeft om een bedrag aan kinderalimentatie te voldoen.
De woning wordt heel snel verkocht. Plien betrekt haar nieuwe woning. Plien klopt nogmaals bij Douwe voor kinderalimentatie aan. Douwe vindt nog steeds dat hij geen kinderalimentatie kan betalen.
In overleg met haar advocaat besluit Plien bij de rechter een wijziging van de voorlopige voorzieningen te vragen. Volgens Plien zijn, door de verkoop van de woning, de omstandigheden gewijzigd. Dat is de rechter met Plien eens. Volgens de rechter heeft Douwe nu wel voldoende draagkracht en moet hij een bedrag van 250 euro aan kinderalimentatie voldoen.