Huurder kantoorruimte heeft ontruimingsbescherming
De heer Schuurmans huurt kantoorruimte. De verhuurder zegt in februari 2010 met inachtneming van een maand opzegtermijn de huur op met ingang van 1 april 2010. De reden van deze opzegging is niet duidelijk. De heer Schuurmans heeft gehoord dat hij een beroep kan doen op zogenaamde ontruimingsbescherming.
Hij laat de verhuurder weten het niet eens te zijn met de opzegging en schakelt een gespecialiseerde advocaat in. Deze advocaat vertelt de heer Schuurmans dat hij in elk geval tot 1 juni niet hoeft te vertrekken.
Binnen de termijn van twee maanden moet de heer Schuurmans een verlengingsverzoek indienen bij de rechter. In overleg met zijn advocaat dient de heer Schuurmans bij de rechtbank een verzoek in om de termijn van ontruimingsbescherming te verlengen met een jaar tot 1 april 2011.
De rechter komt tot de conclusie dat de verhuurder geen gegronde reden had om de huur op te zeggen, en dat – als Schuurmans zou moeten vertrekken – hij en zijn bedrijf in acute problemen zouden komen.
Daarom verlengt de rechter de ontruimingstermijn tot 1 april 2011. Schuurmans wordt er door zijn advocaat op gewezen dat de termijn van ontruimingsbescherming maximaal nog twee keer met een jaar kan worden verlengd, maar dat daar dan wel tijdig bij de rechter een verlengingsverzoek moet worden ingediend.
De rechter zal dan opnieuw moeten beoordelen of Schuurmans belangen zwaarder wegen dan die van zijn verhuurder.