fbpx
Ga naar content

ZZP’ers hangt nog steeds terugvordering WW boven het hoofd

Het afgelopen jaar is er veel te doen geweest over de ca. 3.000 ZZP’ers die de door hen ontvangen WW-uitkering aan het UWV moesten terugbetalen. Het ging daarbij vaak om duizenden en soms zelfs om tienduizenden euro’s per persoon. Daarnaast werden hen ook nog boetes opgelegd en in sommige gevallen werden zij zelfs strafrechtelijk vervolgd omdat zij uitkeringsfraude zouden hebben gepleegd.


Zelfstandigenaftrek

Wat was er aan de hand? Het UWV had in het verleden vastgesteld dat ZZP’ers die een WW-uitkering ontvingen daarnaast ook zelfstandigenaftrek genoten van de Belastingdienst. Zij gaven bij de Belastingdienst voor deze zelfstandigenaftrek meer gewerkte uren op dan bij het UWV. In het algemeen kan een ondernemer voor zelfstandigenaftrek in aanmerking komen als hij per jaar tenminste 1.225 uur (dat is 23,55 uur per week) besteed aan de eigen onderneming. Alle gewerkte uren tellen mee, dus ook de uren die niet in rekening gebracht kunnen worden.

Veel startende zelfstandigen gaven bij het UWV alleen de uren op die zij daadwerkelijk bij opdrachtgevers in rekening konden brengen, terwijl zij ook de andere uren zoals studie- en reisuren hadden moeten opgeven. De gedachtegang van de betreffende ZZP’ers was ook niet onlogisch. Zo werden alleen de verdiensten afgetrokken van de WW-uitkering. Zouden alle uren moeten worden opgegeven dan zou het in een flink aantal gevallen ook niet lonend zijn om als ZZP’er te starten. Om die reden is de regeling bovendien ook per 1 juli 2006 gewijzigd.

UWV en Belastingdienst koppelen bestanden

In 2007 zijn het UWV en de Belastingdienst hun bestanden gaan koppelen. Daar waar sprake was van samenloop van WW-uitkering en zelfstandigenaftrek zijn de dossiers bekeken en zijn ZZP‘ers gehoord. Dat leidde tot de massale terugvorderingen. Veel ZZP’ers vonden dat de voorlichting van het UWV tekort was geschoten. Als gevolg daarvan wisten zij niet dat zij ook uren die zij niet in rekening konden brengen bij hun klanten hadden moeten opgeven.

ZZP’ers waren volgens ombudsman inderdaad niet goed voorgelicht

De Nationale ombudsman heeft hier vervolgens onderzoek naar gedaan. In zijn rapport van 9 februari 2010 concludeerde de Nationale ombudsman dat de ZZP’ers inderdaad niet goed waren voorgelicht door het UWV. Het UWV zou alle dossiers opnieuw moeten bekijken. Daarbij zou de bewijslast volgens de ombudsman moeten worden omgedraaid. Alleen daar waar sprake was van aantoonbare fraude zou tot terugvordering mogen worden overgegaan. Het UWV was het daar niet mee eens.

Gedupeerde ZZP’ers mogen herzieningsverzoek indienen

Daarom heeft de Nationale ombudsman zijn rapport neergelegd bij de Minister Donner en de Tweede Kamer. De Tweede Kamer heeft de Minister gevraagd de aanbevelingen van de Nationale Ombudsman op te volgen. De Minister heeft op 2 april jl. de Twee Kamer meegedeeld dat hij dat echter niet zal doen. Wel geeft de Minister aan dat hij met het UWV heeft afgesproken dat alle gedupeerden een herzieningsverzoek mogen indienen bij het UWV.

Het UWV zal daarbij ruimhartig oordelen over de bezwaren tegen de voorlichting. Als er aantoonbaar onjuist is voorgelicht zal het UWV terugkomen op de eerdere besluiten. Het onderzoek en de beoordeling zal plaatsvinden door een beperkt aantal medewerkers van het UWV. Dat zijn medewerkers die nog niet eerder betrokken waren bij de behandeling van deze zaken. Deze medewerkers staan onder leiding van een gezaghebbende deskundige die van buiten zal worden aangetrokken. In twijfelgevallen zal zijn oordeel doorslaggevend zijn.

Kans dat UWV terugvordering handhaaft blijft aanwezig

De vraag is of dit er inderdaad toe zal leiden dat het UWV alsnog afziet van terugvordering van uitkering. Dat er verkeerd is voorgelicht zou moeten blijken uit het dossier, bijvoorbeeld omdat uit een gespreksverslag blijkt dat er onjuist is voorgelicht. Dat zal maar in een enkel geval zo zijn. De meeste informatie werd immers mondeling gegeven. Dat betekent dat in de meeste gevallen niet kan worden bewezen dat er verkeerd is voorgelicht. Het gevolg daarvan is weer dat de terugvordering gehandhaafd blijft.

Wel staat vast dat de voorlichting in het algemeen tekort geschoten is. Dat betekent dat de ZZP’er subjectief geen verwijt kan worden gemaakt van de verkeerde opgave van zijn uren en er geen reden voor het UWV meer is om een boete op te leggen of voor het Openbaar Ministerie om tot strafvervolging over te gaan.

Ik ben benieuwd naar de ervaringen van ZZP’ers waarvan de terugvordering gehandhaafd blijft. Als u hier vragen over heeft, kunt u mij hierover vrijblijvend benaderen.

Bernard de Leest is specialist op het gebied van de sociale zekerheid en als advocaat verbonden aan Zumpolle Advocaten. Uw reactie is welkom op deleest@zumpolleadvocaten.nl

Terug naar boven