Overtreding tijdens sportwedstrijd of misdrijf?
De Almelose rechtbank heeft op 22 oktober jl. de zogenaamde waterpolozusjes veroordeeld voor het medeplegen van zware mishandeling. Deze zaak roept de vraag op wanneer tijdens een sportwedstrijd de strafrechtelijke grenzen overschreden worden.
Waterpolowedstrijd
In deze zaak vond een waterpolowedstrijd plaats in Neede. De bewuste zussen maakten deel uit van het uitspelende team. Nadat het slachtoffer van het thuisteam had gescoord, tijdens een zogenaamd dood spelmoment ontstond er een worsteling tussen de jongste zus en het slachtoffer, waarbij het slachtoffer onder water werd geduwd. De oudste zus zwom vervolgens op de situatie af en hielp haar zusje met het onderwater duwen/houden van het slachtoffer. Het slachtoffer hield hier een posttraumatische stresstoornis aan over.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid in sport- en spelsituaties
Of en wanneer er sprake is van strafrechtelijke aansprakelijkheid in sport- en spelsituaties hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. De rechtbank overwoog in deze zaak dat de bewuste overtreding van de waterpolospelregels ongeoorloofd was. Dit leidt echter niet per definitie tot strafrechtelijke aansprakelijkheid, zelfs niet als hier letstel door ontstaat.
Er is geen strafrechtelijke aansprakelijkheid, ‘indien de overtreding als het ware nog door het spel wordt bepaald, of in zekere zin in dienst te staan van het nagestreefde resultaat en niet buiten de lijnen vallen van wat in sport en spel over en weer nog te verwachten is. Wanneer het fysiek ingrijpen van de sporters redelijkerwijs niet meer geacht kan worden nog verbonden te zijn met het spel komt de strafrechtelijke aansprakelijkheid in beeld’, aldus de rechtbank.
Overtreding moet functioneel en proportioneel zijn
Het komt er dus eigenlijk op neer dat zolang de overtreding functioneel is en binnen proporties valt van wat verwacht mag worden in die betreffende sport, de overtreding buiten het strafrecht valt.
De spelregels in de waterpolosport laten het onder water duwen slechts toe als in een specifiek duel de actie gericht is op de bal en deze actie niet doelbewust gericht is op de speler. Er moet dus sprake zijn van een directe spelsituatie, daar was in deze zaak geen sprake meer van. Daardoor hebben de zusjes een duidelijke overtreding van de waterpolospelregels begaan. Hierbij heeft de rechtbank de getuigenverklaringen van de scheidsrechters en de overige waterpolospeelsters meegewogen. Deze getuigen verklaarden een dergelijke buitenproportionele overtreding nog nooit meegemaakt te hebben. Gelet op de jarenlange ervaring met waterpolo hadden de zusjes zich bij hun daden bewust moeten zijn geweest van de mogelijke risico’s voor het slachtoffer.
Straffen
Het jongste zusje (15) is veroordeeld tot een werkstraf van 60 uur en twee maanden voorwaardelijke jeugddetentie. De oudste zus (21) is veroordeeld tot een werkstraf van 120 uur en 2 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. Daarnaast moeten zij 800 euro aan schadevergoeding aan het slachtoffer te betalen.
Strafrecht in sport- en spelsituaties
Het is lastig om precies aan te geven wanneer iemand in een sport- of spelsituatie de strafrechtelijke grenzen overschrijdt. Uit deze gerechtelijke uitspraak zijn in elk geval een aantal belangrijke punten te halen:
- Er sprake was van een buiten proportionele overtreding van de spelregels.
- Bij het slachtoffer van zwaar lichamelijk letsel ontstaan. PTSS valt volgens de strafrechtelijke regels onder de definitie van zwaar lichamelijk letsel
- Het letsel was toegebracht tijdens een ‘dood’ spelmoment.
- Door de jarenlange ervaring met waterpolo hadden de zusjes zich van deze gevolgen bewust moeten zijn.
Onder deze omstandigheden zal een ‘overtreder’ zich moeten verantwoorden voor de strafrechter voor wat betreft zijn of haar gedrag.
Marjolein Dikkerboom is strafrechtadvocaat en verbonden aan Ten Berge Leerkotte Advocaten. Uw reactie is welkom op dikkerboom@tbladvocaten.nl.