Nieuwe wetgeving: schulden aan of van de overheid
De meeste regels over de verhouding tussen burgers en de overheid zijn vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). Aan deze wet is 1 juli jl. een aantal nieuwe onderdelen toegevoegd:
- de zogenaamde bestuursrechtelijke geldschulden
- bestuurlijke handhaving (met name de bestuurlijke boete)
- attributie van bevoegdheden (toedeling van bevoegdheden aan ambtenaren)
In deze column zal ik stilstaan bij het eerste onderwerp, de bestuurlijke geldschulden. In latere columns komen de andere twee onderwerpen uitgebreider aan de orde.
Bestuursrechtelijke geldschulden
Bij bestuursrechtelijke geldschulden, of publieke geldschulden gaat het zowel om geldschulden die u als burger aan de overheid verschuldigd kunt zijn, maar om schulden die de overheid bij u kan hebben. De nieuwe regels rondom de bestuursrechtelijke geldschulden beslaan een aantal onderwerpen:
Hieronder zullen in een notendop de hoofdlijnen van de nieuwe algemene regels over bestuursrechtelijke geldschulden de revue passeren:
Hoe ontstaat een bestuursrechtelijke geldschuld?
Bij een bestuursrechtelijke geldschuld gaat het om een geldschuld die voortvloeit uit een wettelijk voorschrift dat een verplichting tot betaling aan of door een bestuursorgaan regelt. In gewoon Nederlands: er bestuursrechtelijke geldschuld ontstaat doordat een bepaalde wettelijke regeling voorschrijft dat u de overheid iets moet betalen of doordat een regeling voorschrijft dat de overheid u iets moet betalen.
Een voorbeeld van een bestuursrechtelijke geldschuld is bijvoorbeeld een belastingschuld die u heeft.
Hoe wordt de bestuursrechtelijke geldschuld vastgesteld?
Een bestuursrechtelijke geldschuld moet door de overheid officieel worden vastgesteld. Dit gebeurt door een officieel document, een zogenaamde beschikking. Een beschikking is een op schrift gesteld besluit van een bestuursorgaan voor een concreet/individueel geval, bijvoorbeeld: de heer Versluis moet 1.000 euro belasting betalen.
De beschikking moet duidelijk aangeven om welk verschuldigd bedrag het gaat en binnen welke termijn dit bedrag betaald moet zijn.
Wanneer moet de bestuursrechtelijke schuld worden betaald?
De betaling moet in het algemeen plaatsvinden binnen 6 weken nadat de beschikking bekend is gemaakt, tenzij in de beschikking een later tijdstip wordt vermeld. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er in een specifieke wettelijke regeling een andere termijn dan 6 weken geregeld is.
Is uitstel van betaling, verrekening en betaling van een voorschot mogelijk?
De betreffende overheidsinstantie kan u uitstel van betaling verlenen. Dit wordt dan ook in een officiële beschikking vastgesteld. De beschikking tot uitstel van betaling vermeldt de termijn waarvoor het uitstel geldt.
Als u niet alleen een geldschuld aan de overheid heeft, maar tevens een vordering, is in het algemeen verrekening van deze twee schulden mogelijk. Ook kunt u de overheidsinstantie vooruitlopend op de definitieve vaststelling van een betaling aan u, vragen om een voorschot.
Wat gebeurt er bij te late betaling van een bestuursrechtelijke schuld?
Als u niet binnen de voorgeschreven termijn heeft betaald, dan bent u in verzuim. Dit is een juridische term die tot gevolg heeft dat u wettelijke rente verschuldigd bent. Wettelijke rente is alleen verschuldigd als uw geldschuld hoger is dan 20 euro. Als het gaat om een bedrag dat de overheid u verschuldigd is, dan ligt de ondergrens voor wettelijke rente op 10 euro.
Aanmaning
Als u een schuld aan de overheid te laat betaalt, ontvangt u van de overheid een aanmaning met het dringend verzoek om alsnog binnen twee weken te betalen. U kunt hierbij te maken krijgen met aanmaningskosten: 6 euro bij een geldschuld van minder dan 454 euro en 14 euro als u een groter bedrag verschuldigd bent.
Dwangbevel
Als u hardnekkig blijft weigeren om een schuld aan de overheid te betalen, kunt u geconfronteerd worden met een zogenaamd dwangbevel. Een dwangbevel is een schriftelijk bevel waardoor u verplicht wordt om een verschuldigd bedrag alsnog te betalen. Gaat u dan nog niet tot betaling over, dan kan de overheid proberen rechtstreeks beslag te leggen op uw vermogen.
Bij het dwangbevel kunnen de aanmaningsvergoeding, de wettelijke rente en de kosten van het dwangbevel worden ingevorderd. U herkent een dwangbevel vanzelf omdat aan het hoofd van de brief altijd het woord ‘dwangbevel’ staat vermeld.
Verjaring van een overheidsschuld
Precies 5 jaar nadat de betalingstermijn verstreken is, verjaart het recht van de overheid om de schuld te incasseren. Dit houdt in dat de overheid u na deze 5 jaar niet meer mag aanmanen en geen dwangbevel meer mag uitschrijven.
Bezwaar en beroep
Tegen de beschikking waarbij de verplichting tot betaling van een geldsom is vastgesteld kunt u bezwaar aantekenen, meestal binnen 6 weken. Als u twijfelt over uw kansen om met succes bezwaar of beroep in te stellen, is het raadzaam om deskundig juridisch advies in te winnen.
Robert-Jan Schenkman is verbonden aan Westhoff Advocaten en als advocaat gespecialiseerd in bestuursrecht. Uw reactie is welkom op rjschenkman@westhoff.nl