fbpx
Ga naar content

Geen partneralimentatie wegens overspel

Het gerechtshof in Den Bosch bepaalde onlangs dat een vrouw geen recht heeft op alimentatie omdat zij haar man tijdens het huwelijk jarenlang heeft bedrogen en hem in de waan gelaten heeft dat hij de biologische vader was van twee kinderen.

De man en de vrouw waren in 2002 getrouwd. In 2008 werd een zoon geboren, in 2009 een dochter. In het kader van een echtscheidingsprocedure claimt de vrouw zowel partner- als kinderalimentatie.

DNA-test: man is niet de biologische vader

De man verweert zich en voert aan dat uit een DNA-test gebleken is dat hij niet de biologische vader van de kinderen is. Hij stelt daarom niet verplicht te zijn om kinderalimentatie te betalen. Ook vindt de man dat hij geen partneralimentatie hoeft te betalen omdat zijn vrouw hem jarenlang bedrogen heeft met buitenechtelijke relaties.

Geen kinderalimentatie want geen bloedverwantschap

Voor wat betreft de claim van de kinderalimentatie verwijst het gerechtshof naar de wet. In artikel 1:392 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek staat dat er alleen sprake kan zijn van een alimentatieplicht als er sprake is van bloed- of aanverwantschap.

Nu vaststaat dat de man met 100% zekerheid niet de biologische vader van de kinderen is, is er dus evenmin sprake van bloed- of aanverwantschap. De vrouw voerde op dit punt nog aan dat de man desondanks een familieband met de kinderen zou hebben opgebouwd en om die reden toch kinderalimentatie verschuldigd zou zijn. Ook dit argument werd door de rechter van tafel geveegd.

Geen partneralimentatie wegens grievend gedrag

Vervolgens moest het gerechtshof nog beoordelen of de vrouw in aanmerking kwam voor partneralimentatie. Partneralimentatie is gebaseerd op artikel 1:157 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Hierin staat letterlijk:

‘De rechter kan bij de echtscheidingsbeschikking of bij latere uitspraak aan de echtgenoot die niet voldoende inkomsten tot zijn levensonderhoud heeft, noch zich in redelijkheid kan verwerven, op diens verzoek ten laste van de andere echtgenoot een uitkering tot levensonderhoud toekennen.’

Hoewel partneralimentatie vrijwel altijd wordt vastgesteld aan de hand van financiële factoren, kunnen ook de gedragingen van de ex-partners een rol spelen.

Uit het woordje ‘kan’ blijkt volgens het gerechtshof dat gedragingen van de alimentatiegerechtigde (lees: de vrouw) een rol kunnen spelen bij het vaststellen van de partneralimentatie. Hoewel een rechter niet snel zal aannemen dat er sprake is van dusdanig ernstig wangedrag dat dit van invloed is op de alimentatie, vond het gerechtshof dat in deze zaak wel het geval.

De vrouw had tijdens de procedure toegegeven dat zij tijdens het huwelijk seksueel contact had gehad met andere mannen tegen betaling. Volgens de vrouw dwong de man haar tot prostitutie en droeg zij op deze wijze haar steentje bij aan de kosten van de huishouding. Het gerechtshof oordeelde dat van enige dwang niets gebleken is. Het werd de vrouw bovendien zwaar aangerekend dat zij de man geruime tijd in de waan heeft gelaten dat hij wel de biologische vader van de kinderen was.

Onder deze omstandigheden mocht de vrouw niet van de man verlangen dat hij partneralimentatie gaat betalen, zo oordeelde de rechter. Haar verzoek werd dan ook afgewezen.

 

Terug naar boven