fbpx
Ga naar content

Geen huurbescherming voor ex-studenten en oudere jongeren

In veel studentensteden is een schreeuwend tekort aan kamers. De diverse stichtingen voor studentenhuisvesting moet zich grote moeite getroosten om de studenten die bij hen op de wachtlijst staan van een kamer te voorzien.

Dan is het des te vervelender wanneer studenten, die afgestudeerd zijn of die zijn gestopt met hun studie, onbekommerd in de aan hen door studentenhuisvesting verhuurde kamer blijven wonen. Zij blijven de kamer bezetten die voor de echte student bestemd is.

Huurcontract voor de duur van de studie?

Tot voor enkele jaren was er eigenlijk geen goede mogelijkheid voor de stichtingen voor studentenhuisvesting om de huurovereenkomst in zo’n geval snel en eenvoudig te beëindigen. Met de student een huurcontract voor bepaalde tijd sluiten tot automatisch afliep op de einddatum van de studie was wettelijk niet mogelijk. De huur opzeggen omdat de student zijn studie had voltooid of gestaakt, ging ook niet.

Stichtingen voor studentenhuisvesting moesten zich in allerlei juridische bochten wringen om aan het huurcontract van zo’n scheefwoner een eind te maken. En dan hing het vervolgens van de creativiteit en bereidheid van betreffende de rechter af, of het huurcontract alsnog werd beëindigd. Regelmatig lukte dat, maar succes was allesbehalve verzekerd.

Huurcontract van student kan speciale bepaling bevatten

Door een wetswijziging is dat sinds vier jaar anders, althans bij de verhuur van kamers door stichtingen voor studentenhuisvesting aan studenten die beroepsonderwijs volgen of studeren aan een hogeschool of universiteit. In het huurcontract met de student moet dan wel uitdrukkelijk worden vermeld dat als hij vertrekt, de kamer opnieuw aan een student wordt verhuurd.

Studentenhuisvesting mag dan jaarlijks aan de student vragen om het bewijs dat hij nog ingeschreven staat bij zijn school, hogeschool of universiteit. Is de student niet binnen drie maanden met zijn inschrijvingsbewijs op de proppen gekomen? Dan kan studentenhuisvesting de huur opzeggen. Weigert de ex-student te vertrekken? Dan maakt de rechter een eind aan het contract. In dat geval heeft de ex-student bovendien geen recht op vervangende woonruimte of een verhuiskostenvergoeding.

Ook oudere jongeren moeten na verloop van tijd huurwoning verlaten

Nog een voorbeeld van een verhuurder die woonruimte verhuurt aan een specifieke doelgroep. Ditmaal in het Gooi, een fraaie omgeving, deels bestrooid met villa’s met rietgedekte daken, maar ook met een tekort aan kamers voor jongeren die enigszins betaalbaar op zichzelf willen gaan wonen.

Een stichting voor jongerenhuisvesting had een vervallen villa opgeknapt en verhuurde daarin kamers aan jongeren, die moeilijk elders huisvesting konden vinden. Niet vereist was dat ze student waren. De jongeren konden op hun kamer blijven wonen tot ze 27 waren geworden. Dan moesten ze vertrekken. De verhuurder sloot contracten voor bepaalde tijd die eindigden op hun 27ste verjaardag.

Een van de huurders – 27 geworden – weigerde te vertrekken en beriep zich op huurbescherming. Want de leeftijdsgrens die zijn verhuurder hanteerde was volgens hem in strijd met de wet. Onjuist, zei de Gooise stichting, die zich beriep op haar doelstelling – jongerenhuisvesting – en het contract waarin de huurder zich uitdrukkelijk akkoord had verklaard met de leeftijdsgrens.

Stichting en verhuurder beriep zich op haar doelstelling

Bovendien – aldus de stichting – was er een forse wachtlijst van aspirant-bewoners, waarop de betreffende huurder zelf ook lang gestaan had. Die aspirant-bewoners zaten dringend om huisvesting verlegen. En, zei de stichting, als iedereen zich na zijn 27ste met succes op huurbescherming zou kunnen beroepen, dan kon de stichting haar activiteiten wel stoppen.

Van de soepele wetgeving voor de opzegging van de huur van studentenkamers kon de Gooise stichting geen gebruik maken. Ze verhuurde immers ook aan niet-studenten. Maar de rechter die het geschil moest beslechten, schoot de stichting te hulp: een huurcontract met een leeftijdsgrens voor een kamer in een huis dat specifiek voor jongerenhuisvesting bestemd is, is naar zijn aard ‘van korte duur’. En dan heb je als je de afgesproken leeftijdsgrens hebt bereikt, geen recht op huurbescherming. De kamerhuurder moest dus vertrekken.

Als ex-student of gepromoveerd academicus eeuwig op je kamer in de studentenflat blijven zitten? Als oudere jongere onbekommerd nóg ouder worden in een kamer in een pand voor jongerenhuisvesting? Niet mogelijk. Wetgeving en rechter steken daar een stokje voor.

Heeft u een vraag over huurrecht of wilt u reageren op deze column? Jan Harmen Baljet is onder meer gespecialiseerd in bouw- en huurrecht en verbonden aan Abeln Advocaten. Uw reactie is welkom op jb@abeln.nl

Terug naar boven