Werknemer tekent ‘voor gezien’, beëindigingsovereenkomst niet geldig
Een werknemer meldt zijn werkgever, een bouwbedrijf, dat hij eigenlijk wel weg wil omdat hij een aantal problemen met zijn collega’s heeft gehad. Ook vindt de werknemer het werk te zwaar.
De werkgever stelt een verklaring op waarin staat dat de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden eind mei van dat jaar eindigt. De werknemer tekent deze verklaring ‘voor gezien’ maar komt hier later op terug als hij erachter komt dat hij niet in aanmerking komt voor een uitkering.
Volgens de rechter staat de werknemer in zijn gelijk. De beëindigingsovereenkomst is niet geldig omdat deze slechts ‘voor gezien’ door de werknemer getekend is. Maar zelfs als de werknemer de verklaring ‘voor akkoord’ getekend zou hebben, zou hij hieraan niet gebonden zijn, aldus de rechter. Volgens de rechter speelt hierbij een rol dat de werknemer nog geen andere baan had, niet duidelijk was gemaakt wat de gevolgen voor een uitkering zouden zijn en de werknemer onder psychische druk stond. De werkgever wordt dan ook veroordeeld tot doorbetaling van het loon.
Ook interessant voor u:
- Beëindiging met wederzijds goedvinden geldig; werkgever wijst werknemer op risico’s
- Disfunctioneren en arbeidsongeschiktheid
- Door gedoogbeleid werkgever geen ontslag op staande voet
- Geen afspiegelingsbeginsel, geen ontslag
- Geen ontslag vanwege onvoldoende bewijs disfunctioneren
- Hoge ontslagvergoeding bij ontslag wegens zwangerschap
- Misbruik van de proeftijd
- Ontslag net buiten de proeftijd
- Ontslag van zieke werknemer; misbruik van omstandigheden
- Opzeggende werknemer heeft ook recht op sociaal plan