Recht op garantie: ook na garantietermijn?
Joseline Versteegh is rechtenstudente en koopt in een computerwinkel een nieuwe laptop. Volgens de verkoper koopt zij een topproduct van een van de beste fabrikanten. De fabrikant geeft een fabrieksgarantie van twee jaar. Als Joseline 150 euro extra betaalt, wordt deze termijn verlengd tot drie jaar. Joseline besluit hier geen gebruik van te maken.
Joseline gebruikt de laptop de eerste twee jaren zonder problemen. In het derde jaar houdt de laptop er zonder aanwijsbare reden ineens mee op. De laptop wil niet meer starten en doet niets meer. Als Joseline terug gaat naar de computerwinkel wijst de verkoper haar op het feit dat de termijn van de fabrieksgarantie inmiddels verstreken is.
De verkoper zegt niets meer van Joseline te kunnen doen. Ze had destijds maar moeten kiezen voor de extra (betaalde) garantie. Voor Joseline is dit onacceptabel. Ze wijst de verkoper erop dat een laptop bij normaal gebruik ook na twee jaar nog normaal moet functioneren. Ze beroept zich op haar wettelijke recht op garantie dat los staat van de fabrieksgarantie van twee jaar.
De verkoper moet uiteindelijk accepteren dat Joseline gelijk heeft. Omdat de laptop niet meer te repareren is, biedt hij Joseline een nieuwe laptop aan voor 30% van de nieuwwaarde. Omdat Joseline de oude laptop twee jaar zonder problemen heeft kunnen gebruiken, accepteert zij dit aanbod.