Concurrentiebeding aanvechten bij rechter
Er zijn twee soorten procedures waarin de rechter een oordeel gevraagd kan worden over de (on)geldigheid van een concurrentiebeding:
- een bodemprocedure
- een kort geding procedure
Concurrentiebeding en bodemprocedure
Een bodemprocedure is een uitgebreide procedure waarbij beide partijen uitvoerig schriftelijk en mondeling hun standpunten aan de rechter kunnen voorleggen. De procedure kan vrij lang lopen, soms zelfs wel een jaar of langer. Juist vanwege dit tijdsverloop is de bodemprocedure minder geschikt om een discussie over de (on)geldigheid van een concurrentiebeding aan de orde te stellen.
Concurrentiebeding en kort geding
Een kort geding is een snelle procedure waarbij aan de rechter een voorlopig oordeel gevraagd kan worden. De procedure is doorgaans binnen twee maanden volledig afgerond. Door de snelheid van de procedure weten partijen op korte termijn waar zij aan toe zijn. Ook al mag de rechter in een kort geding enkel een voorlopig oordeel geven, in de praktijk leggen de meeste partijen zich bij dit oordeel neer.
Wat kan een werknemer aan de rechter vragen?
In de meeste gevallen ligt het voor de hand dat u een rechter vraagt om te bepalen dat u niet gebonden bent aan het concurrentiebeding en dat het u dus vrijstaat om eventueel bij een rechtstreekse concurrent van uw oude werkgever in dienst te treden. Mogelijk wilt u een eigen concurrerende onderneming starten en wilt u om die reden van de rechter horen dat het concurrentiebeding niet geldig is.
Het is ook mogelijk om de rechter te vragen uw werkgever te verplichten om u een financiële vergoeding te betalen voor het geval de rechter tot het oordeel komt dat u aan het concurrentiebeding gebonden bent. Als u vindt dat u hierdoor ernstig belemmerd wordt om elders inkomsten te verkrijgen, dan kan een rechter besluiten dat u hiervoor financieel gecompenseerd moet worden.
Ook is het mogelijk om een rechter te vragen om een aan het concurrentiebeding verbonden boetesom te matigen of op nihil te stellen.
Wat kan mijn werkgever bij een rechter claimen?
Als uw werkgever van mening is dat u in strijd met uw concurrentiebeding gehandeld heeft, dan kan hij om te beginnen de rechter vragen om te bevestigen dat u inderdaad aan dit beding gebonden bent.
Ook kan uw oude werkgever de rechter vragen u te veroordelen om onmiddellijk te stoppen met bepaalde concurrerende werkzaamheden, bij een andere werkgever of als zelfstandige. Tot slot kan uw oude werkgever de rechter vragen u te veroordelen tot het betalen van de vaak aan het concurrentiebeding gekoppelde boetesom of een schadevergoeding.
Ook interessant voor u:
- Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt automatisch
- Concurrentiebeding en de proeftijd
- Geen uitzondering meer bij verlengen van arbeidscontracten van jonge werknemers
- Heb ik een proeftijd?
- Hoe kom ik van mijn concurrentiebeding af?
- Kan een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussentijds beëindigd worden?
- Kan ik als uitzendkracht bij de opdrachtgever in dienst treden?
- Kan mijn proeftijd verlengd worden?
- Mag ik mijn werkgever beconcurreren als ik geen concurrentiebeding heb?
- Ontslag tijdens de proeftijd