Welke beslissing kan de rechter in een spoedprocedure over mijn uikering nemen?
Als de rechter uw verzoek tot het treffen van een voorlopige maatregel (in vaktaal: een voorlopige voorziening) beoordeelt, kan hij tot de volgende uitspraken komen:
- de rechter kan u niet-ontvankelijk verklaren
- de rechter kan uw verzoek afwijzen
- de rechter kan uw verzoek (gedeeltelijk) toewijzen
- de rechter kan eventueel gelijktijdig een uitspraak doen in de bezwaar/beroepsprocedure
Een voorbeeld.
Mevrouw Rood heeft bij de rechtbank Utrecht een verzoekschrift ingediend voor een voorlopige voorziening. Zij heeft van de rechtbank al tweemaal het schriftelijke verzoek gekregen om de beslissing van de uitkeringsinstantie ook aan de rechtbank te sturen.
Omdat mevrouw Rood op dit verzoek niet reageert, wordt zij door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard. Haar verzoekschrift wordt dus inhoudelijk niet in behandeling genomen.
Een ander voorbeeld.
De heer Schuurmans moet volgens het UWV 15.000 euro terugbetalen wegens ten onrechte ontvangen WAO-uitkering. Ook wordt zijn WAO-uitkering per direct gestopt. De heer Schuurmans maakt bezwaar en start met behulp van een advocaat direct een voorlopige voorziening.
Dit verzoek wordt door de rechtbank toewezen. De rechtbank besluit dat de heer Schuurmans voorlopig niets hoeft terug te betalen totdat de bezwaarprocedure volledig is afgesloten.
Uitspraak in de bodemprocedure
De rechtbank kan tegelijkertijd met de uitspraak in de voorlopige voorziening ook een uitspraak doen in de lopende beroepsprocedure. Als de rechter van mening is dat nader onderzoek niets nieuws meer aan het licht zal brengen, kan hij dus ook gelijk beslissen over de beroepsprocedure. In vaktaal noemt men dit kortsluiting.
Een voorbeeld.
In het vorige voorbeeld van de heer Schuurmans komt de rechter tot de conclusie dat het volstrekt duidelijk is dat de heer Schuurmans geen uitkeringsgelden meer hoeft terug te betalen. De beslissing van de uitkeringsinstantie om de WAO-uitkering terug te vorderen wordt door de rechter definitief vernietigd.
Let op: als het verzoek om een voorlopige voorziening en de beroepszaak in één uitspraak worden kortgesloten, kan wél hoger beroep worden aangetekend in de beroepszaak maar niet van de beslissing over de voorlopige voorziening.
Vervallen van voorlopige voorziening
Als de rechter een voorlopige voorziening treft, komt deze voorziening te vervallen als er een definitieve beslissing is genomen in de bezwaar- of beroepsprocedure.
Ook interessant voor u:
- Andere belanghebbenden in een bezwaarprocedure
- Heeft het indienen van een klacht tegen het handelen van de uitkeringsinstantie wel nut?
- Het verloop van de bezwaarprocedure
- Hoe kan ik bezwaar maken tegen een beslissing van een uitkeringsinstantie?
- Hoe verloopt de afhandeling van mijn klacht over een uitkeringsinstantie?
- Hoe verloopt de beroepsprocedure bij de rechtbank?
- Hoe verloopt de hoger beroepsprocedure bij de Centrale Raad van Beroep?
- Hoe verloopt een spoedprocedure over mijn uitkering?
- Hoe wordt de beroepstermijn precies berekend?
- Hoe wordt de hoger beroepstermijn precies berekend?