Andere inkomsten in combinatie met een bijstandsuitkering
In de bijstand geldt de hoofdregel dat al uw inkomsten worden gekort op uw uitkering. Op deze hoofdregel zijn een aantal uitzonderingen. Sommige inkomsten worden namelijk niet gekort of worden gedeeltelijk vrijgelaten.
De gemeente bepaalt welke inkomsten (gedeeltelijk) zijn vrijgesteld. U moet dus altijd al uw inkomsten doorgeven aan de gemeente. U hoort dan van de gemeente wat de gevolgen zijn voor uw uitkering.
Als u inkomsten niet meldt bij de gemeente kan dit leiden tot:
- een korting op uw uitkering, als straf voor het niet melden van de inkomsten, en
- terugvordering van de eventueel teveel ontvangen uitkering
Een voorbeeld.
Jan heeft een bijstandsuitkering. Hij gaat werken en meldt deze inkomsten niet bij de gemeente. Door koppeling van bestanden met de belastingdienst komt de gemeente hier op een gegeven moment achter. Als straf wordt Jan zijn uitkering gedurende een maand gekort met 20% en moet hij de teveel ontvangen uitkering volledig terugbetalen.
Wat als de hoogte van mijn inkomsten onduidelijk is?
Ook als de hoogte van uw inkomsten niet altijd duidelijk is, moet u van deze inkomsten melding maken bij de gemeente. Als u dit niet doet, heeft de gemeente twee mogelijkheden:
- De gemeente schat de hoogte van uw inkomsten en trekt deze vervolgens van uw uitkering af.
- De hoogte van uw inkomsten kunnen niet worden geschat. De gemeente trekt uw uitkering met terugwerkende kracht in en vordert de teveel betaalde uitkering van u terug.
Een voorbeeld.
Chantal is kapster van beroep. Zij heeft een bijstandsuitkering. Zij wordt betrapt op het verrichten van zwart werk als kapster in de avonduren. Chantal bekent dat zij gedurende vier maanden drie avonden per week klanten heeft geknipt. Chantal heeft per knipbeurt 20 euro aan inkomsten ontvangen. Per week heeft zij dus 60 euro verdient.
De inkomsten van Chantal kunnen dus geschat worden. Per maand bedragen haar inkomsten namelijk ongeveer 13 weken x 60 euro : 3 = 260 euro. De gemeente kort met terugwerkende kracht elke maand een bedrag van 260 euro.
Omdat Chantal de inkomsten niet heeft opgegeven komt zij niet in aanmerking voor gedeeltelijke vrijlating van de inkomsten. Bovendien krijgt zij nog een korting op haar uitkering omdat zij de inkomsten niet heeft opgegeven.
Een ander voorbeeld.
Natascha heeft terwijl zij bijstand ontving inkomsten gehad uit prostitutie. Omdat Natascha geen boekhouding heeft bijgehouden en zij soms meerdere klanten per dag had, kan haar recht op bijstand niet meer worden vastgesteld. De bijstandsuitkering wordt met onmiddellijke ingang beëindigd en wordt met volledig terugwerkende kracht van Natascha teruggevorderd.
Bij de inkomstenkorting gelden de volgende regels:
- de gemeente bepaalt wanneer en welke inkomsten worden gekort
- alleen netto-inkomen wordt gekort
- loon in natura wordt ook gekort (wordt omgezet in een geldbedrag)
- als u recht hebt op vakantietoeslag dan wordt daar rekening mee gehouden
- uw inkomsten uit arbeid, zoals loon, worden maximaal zes maanden gedeeltelijk vrijgelaten. Deze vrijstelling heeft betrekking op 25% van uw inkomen met een maximum van 219,28 euro netto per maand. Voorwaarde is wel dat deze arbeid positief is voor uw arbeidsinschakeling
- de gemeente houdt geen rekening met zogenaamde verwervingskosten (denk bijvoorbeeld aan reiskosten)
Veel voorkomende inkomsten die geheel of gedeeltelijk op uw bijstandsuitkering gekort worden zijn bijvoorbeeld:
- loon, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering, gratificatie
- inkomsten uit uitkeringen van UWV en SVB
- lijfrentes
- inkomsten uit verhuur, onderhuur en het hebben van kostgangers
- alimentatie en een alimentatie afkoopsom
- een vergoeding voor materiële schade als gevolg van letselschade
- teruggave van belastingen en premies
- heffingskortingen
65-plussers, alleenstaande ouders en jongeren
Voor bepaalde groepen gelden iets andere regels. Zo geldt voor 65-plussers niet de voorwaarde dat inkomsten uit arbeid alleen gedeeltelijk vrijgesteld zijn als de vrijstelling bijdraagt aan de arbeidsinschakeling. Als een 65-plusser werkt en daarmee inkomen verdient, wordt dit inkomen altijd gedeeltelijk vrijgelaten van verrekening met de bijstandsuitkering.
Ook voor alleenstaande ouders geldt een bijzondere regeling. Ook deze groep heeft recht op een vrijlating van hun inkomsten uit arbeid gedurende het eerste half jaar voor 25% met een maximum van 219,28 euro netto per maand. Maar als alleenstaande ouder die de volledige zorg heeft voor een of meer kinderen tot 12 jaar oud, kunt u na de zesmaandenperiode in aanmerking komen voor een vrijstelling van nog maximaal 30 maanden.
Deze vrijstelling is gemaximeerd tot 12,5% van uw inkomen met een grens van 120 euro netto per maand.
Jongeren tot 27 jaar kunnen helemaal geen beroep doen op een gedeeltelijke vrijlating van hun inkomen. Zij worden geacht geheel op eigen kracht uit de bijstand te komen en worden dus niet gestimuleerd via een gedeeltelijke vrijstelling.
Toerekening inkomsten
Inkomsten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben en niet aan de periode waarin zij worden betaald. Stel u heeft gewerkt in de maand april, maar dit loon wordt pas in de maand mei uitbetaald. Deze inkomsten hebben dan gevolgen voor uw uitkering over de maand april, niet voor uw uitkering van mei.
Ook interessant voor u:
- Betaling, voorschotten en terugbetaling van bijstandsuitkering
- Bijstand en langdurigheidstoeslag
- Bijstand voor bijzondere groepen mensen
- Bijstand voor een gezin
- Bijstandsuitkering en beslag
- Bijstandsuitkering en uw vermogen
- Hoe hoog is de bijstandsuitkering?
- Hoe vraag ik een bijstandsuitkering aan? Deel I
- Hoe vraag ik een bijstandsuitkering aan? Deel II
- Hoe zit het met mijn bijstandsuitkering als ik samenwoon?