De afwikkeling van een eenvoudige nalatenschap
Met een eenvoudige nalatenschap wordt hier bedoeld een nalatenschap waarbij geen sprake is van beneficiaire aanvaarding of een zogenaamde wettelijke vereffening. Is dat wel het geval, dan gelden er in principe een aantal wettelijke voorschriften die de afwikkeling van een nalatenschap vaak een stuk lastiger maken.
Verklaring van erfrecht
Het startpunt voor de afwikkeling van een nalatenschap is vrijwel altijd de afgifte van
een verklaring van erfrecht door een notaris. Alleen een notaris is bevoegd om deze verklaring af te geven.
Deze verklaring is vaak noodzakelijk om bij een bank of verzekeraar als erfgenaam een uitbetaling van bepaalde gelden op te kunnen eisen. Allerlei instanties gaan uit van de juistheid van deze verklaring.
De verklaring van erfrecht is eigenlijk een onmisbaar document om tot een goede afwikkeling van de nalatenschap te komen.
In de verklaring van erfrecht staat:
- wie er overleden is en wanneer
- of de overledene gehuwd was en zo ja, in gemeenschap van goederen of onder huwelijkse voorwaarden
- wie de erfgenamen zijn, voor welke erfdelen en of zij de nalatenschap aanvaard hebben
- of er aan bepaalde personen een vruchtgebruik (gebruiksrecht) is gegund met betrekking tot bepaalde specifieke zaken (denk bijvoorbeeld aan een woning)
- of er sprake is van een wettelijke verdeling
- wie het beheer en de afwikkeling van de nalatenschap op zich neemt
Voordat een notaris een verklaring van erfrecht kan afgeven, zal de notaris het nodige onderzoek moeten verrichten:
- De notaris zal inlichtingen opvragen bij het Centraal testamentenregister en bij de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens. Als er veel erfgenamen zijn, dan kost de raadpleging van de diverse Gemeentelijke Basisadministraties vaak veel tijd. Gemeenten verschaffen lang niet altijd snel de gevraagde gegevens.
- De notaris zal ook het huwelijksgoederenregister raadplegen als de overledene gehuwd was.
- De notaris moet mogelijk ook buitenlandse testamentenregisters raadplegen.
- De notaris zal eventueel ook het faillissementsregister, het schuldsaneringsregister en het curateleregister moeten raadplegen.
Om dit onderzoek te bespoedigen is het van belang dat u zelf als erfgenaam de notaris van zoveel mogelijk informatie of bewijsstukken voorziet. Denk bijvoorbeeld aan een overlijdensbewijs, een trouwboekje, eventuele kopieën van testamenten, een eventueel samenlevingscontract , naam adres en woonplaatsgegevens van de erfgenamen etc.
De notaris zal de verklaring van erfrecht meestal pas af willen geven als alle erfgenamen zich hebben uitgesproken over hun keuze de nalatenschap (i) zuiver te aanvaarden, (ii) beneficiair te aanvaarden of (iii) te verwerpen.
Inventarisatie van de bezittingen en schulden van de nalatenschap
Na de verklaring van erfrecht moet er een inventarisatie gemaakt worden van alle activa (bezittingen) en passiva (schulden) van de nalatenschap per de datum van het overlijden. Deze inventarisatie is ook nodig om later aangifte te kunnen doen van de verschuldigde erfbelasting.
Een voorbeeld.
Martin en Vera zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en hebben twee kinderen. Zij hebben een vermogen dat bestaat uit een woning (waarde: 320.000 euro), een hypothecaire schuld (80.000 euro), spaartegoeden (40.000 euro) en een auto (20.000 euro).
Martin komt te overlijden. Er is geen testament.
De zogenaamde huwelijksgemeenschap (het gezamenlijke vermogen van Martin en Vera) bedraagt dus 320.000 (woning) + 40.000 (spaartegoeden) + 20.000 (auto) – 80.000 (hypotheek) = 300.000 euro. De helft van dit bedrag, 150.000 euro, is de nalatenschap van Martin. Vera en de twee kinderen hebben per persoon recht op 50.000 euro.
Een ander voorbeeld.
Peter en Monique zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden. In deze voorwaarden is geregeld dat ieder een strikt gescheiden vermogen houdt (de zogenaamde ‘koude uitsluiting’). Wel is er in de huwelijkse voorwaarden een zogenaamd finaal verrekenbeding opgenomen.
Dit beding treedt in werking als een van beiden komt te overlijden. Door het finale verrekenbeding onstaat een situatie waarbij – op het moment van overlijden van een van de partners – net gedaan wordt alsof het echtpaar wel in gemeenschap van goederen getrouwd was.
Stel dat Peter overlijdt. Zijn vermogen bestaat uit een spaarrekening van 40.000 euro en een aantal aandelen in een besloten vennootschap ter waarde van 800.000 euro. Peter heeft verder geen schulden.
Het vermogen van Monique bestaat uit de echtelijke woning ter waarde van 300.000 euro en een spaarrekening met een saldo van 20.000 euro. Verder heeft Monique een hypothecaire lening voor een bedrag van 220.000 euro.
Voordat de nalatenschap van Peter kan worden vastgesteld en afgewikkeld, moeten eerst de huwelijkse voorwaarden worden afgewikkeld. Daarbij speelt het finale kwijtingsbeding een belangrijke rol. Door dit beding moet het vermogen van Peter (840.000 euro) en Monique (100.000 euro) bij elkaar worden opgeteld en gedeeld door twee. De uitkomst hiervan is dus 470.000 euro.
Monique heeft op basis van het finale kwijtingsbeding in het kader van de huwelijkse voorwaarden nog recht op 470.000 – 100.000 = 370.000 euro. Dit bedrag vorm een schuld in de nalatenschap van Peter. Het totaal aan activa van de nalatenschap van Peter (840.000 euro) moet dus worden verminderd met 370.000 euro. Er blijft dan dus nog 470.000 euro als (positief) saldo van de nalatenschap.
Na de inventarisatie: de afwikkeling
Nadat de omvang van de nalatenschap is vastgesteld, zullen de schulden van de nalatenschap moeten worden betaald en zal er aangifte moeten worden gedaan van erfbelasting. Vervolgens zullen deze successierechten betaald moeten worden en kunnen eventuele bedragen geïnd worden die nog door derden aan de erflater betaald moesten worden.
Pas nadat dit alles heeft plaatsgevonden kan tot verdeling (uitbetaling) van de nalatenschap worden overgegaan.