Het verloop van uw verzoek om een voorlopige voorziening
Nadat u uw verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingediend bij de rechtbank, zult u op korte termijn (enkele weken) worden uitgenodigd voor een zogenaamde mondelinge behandeling. U krijgt dan de gelegenheid om uw verzoekschrift mondeling toe te lichten.
U bent niet verplicht om te verschijnen, maar in vrijwel alle gevallen is dit wel aan te raden.
U mag tot 1 dag voorafgaand aan deze zitting bij de rechtbank nog documenten aan de rechtbank toezenden ter ondersteuning van uw argumenten. U kunt deze stukken dan tijdens de rechtbankzitting toelichten. U moet de overheidsinstantie dan overigens ook een kopie van deze nieuwe stukken toezenden.
Tijdens de mondelinge behandeling krijgt ook de overheidsinstantie (in vaktaal: het bestuursorgaan) de mogelijkheid om haar visie en argumenten toe te lichten. Ook zal de aanwezige rechter vaak een aantal vragen stellen.
Kort na afloop (variërend van enkele dagen tot enkele weken) van deze mondelinge behandeling doet de rechtbank een uitspraak over uw verzoek. In deze uitspraak kan staan dat:
- uw verzoek geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen. Als de rechtbank van oordeel is dat er sprake is van spoedeisendheid en uw argumenten overtuigend zijn, zal uw verzoek om een voorlopige voorziening worden toegewezen. De rechtbank zal dan, afhankelijk van de inhoud van uw verzoek, bijvoorbeeld bepalen dat er geen uitvoering aan de negatieve beslissing mag worden gegeven totdat op het bezwaar is beslist.
- uw verzoek wordt afgewezen. Als de rechtbank van oordeel is dat er geen sprake is van spoedeisendheid wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
- uw verzoek niet-ontvankelijk wordt verklaard. Als uw verzoek niet aan de formele vereisten voldoet, wordt het niet in behandeling genomen. Dit is bijvoorbeeld het geval als u geen griffierecht betaald heeft.
Kosten samenhangend met een voorlopige voorziening
Aan het instellen van een voorlopige voorziening bij een rechtbank zijn kosten verbonden. Dit noemt men griffierecht. Als indiener van het verzoekschrift bent u verplicht om dit griffierecht te betalen. Als u dit griffierecht niet betaalt, neemt de rechtbank uw verzoekschrift niet in behandeling. Uw verzoek wordt dan niet-ontvankelijk verklaard.
De hoogte van het griffierecht bedraagt in 2009 in de meeste bestuursrechtelijke zaken:
- voor particulieren 150 euro
- voor rechtspersonen (bedrijven) 297 euro
In beroepszaken betreffende een uitkering of huursubsidie geldt er een lager griffierecht voor particulieren van 41 euro.
Mijn verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. Kan ik hier wat tegen doen?
Nee, tegen de afwijzing van het verzoek een voorlopige voorziening staan geen rechtsmiddelen open. Dit houdt in dat u tegen een afwijzing van uw verzoek bijvoorbeeld geen hoger beroep kunt instellen.
Wel kunt u een nieuw verzoek om een voorlopige voorziening indienen als er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die een nieuw verzoek om een voorlopige voorziening rechtvaardigen.
Ook interessant voor u:
- Het verloop van de beroepsprocedure
- Hoe verloopt een bezwaarprocedure tegen een overheidsbeslissing?
- Waar moet ik op letten bij het opstellen en indienen van een bezwaarschrift?
- Wanneer kan ik een spoedprocedure tegen de overheid starten?
- Wanneer kan ik tegen een overheidsbeslissing beroep instellen?
- Wat is een beroepschrift en hoe ziet dat er uit?
- Wat kan ik doen als ik het niet eens ben met een overheidsbeslissing?
- Wat zijn de mogelijke uitkomsten van de beroepsprocedure bij de rechtbank?
- Wat zijn de mogelijke uitkomsten van de bezwaarprocedure?
- Welke voorwaarden gelden voor een spoedprocedure tegen de overheid?