Stap 1 - het bepalen van de behoefte van het kind
De eerste stap die de rechter neemt bij het vaststellen van de kinderalimentatie is het
vaststellen van de financiële behoefte van het kind. Hiermee wordt bedoeld dat de rechter zal vaststellen wat het eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen is. In feite wordt gekeken welk deel van het inkomen van beide ouders besteed werd aan de kinderen.
De rechter bepaalt het zogenaamde eigen aandeel in de kosten van de kinderen aan de hand van tabellen die door het NIBUD zijn opgesteld. De rechter zal dan ook eerst onderzoek doen naar het netto gezinsinkomen van u en uw (ex-)partner tijdens het huwelijk. Daarna kan de rechter aan de hand van de tabellen van het NIBUD het eigen aandeel in de kosten van de kinderen bepalen.
Een voorbeeld
Mike en Saskia hebben twee kinderen, Joris (5) en Mathilde (3). Mike verdient per maand 1.800 euro netto, Saskia heeft een maandinkomen van 1.200 euro netto. Uit de tabellen volgt dat bij een netto gezinsinkomen van 3.000 netto per maand en twee kinderen niet ouder dan 5 jaar, het aandeel in de kosten van Joris en Mathilde, 690 euro per maand bedragen.
Er wordt met name naar het netto gezinsinkomen ten tijde van het huwelijk gekeken om kinderen financieel niet slechter af te laten zijn door de echtscheiding van hun ouders.
Stap 2 – het bepalen van de draagkracht van de ouders
Op het moment dat de rechter het eigen aandeel in de kosten van de kinderen heeft vastgesteld, zal de rechter vervolgens gaan kijken wat de draagkracht van beide ouders is. Met andere woorden: in hoeverre zijn beide ouders ook daadwerkelijk in staat om de bij stap 1 vastgestelde bedragen te betalen?
Om de draagkracht te bepalen maakt de rechter gebruik van een landelijke richtlijn die bekend staat onder de benaming: de tremanormen. Het komt er kort gezegd op neer dat de rechter een opstelling maakt van het inkomen en de (noodzakelijke) uitgaven van beide ouders.
De rechter zal meestal een draagkrachtberekening maken aan de hand van het bruto inkomen.
Stap 3 – het bepalen van de bijdrage in de kosten van de kinderen van beide ouders
Op het moment dat de rechter de draagkracht van beide ouders heeft vastgesteld zal de rechter bekijken welk bedrag partijen naar rato van hun draagkracht kunnen bijdragen aan het eigen aandeel in de kosten van de kinderen.
Dit wordt ook wel een draagkrachtvergelijking genoemd.
Een voorbeeld
Victor en Linda gaan scheiden. Zij hebben twee kinderen, Brit en Matthé. Na de scheiding blijven de kinderen bij Linda wonen.
Het gezinsinkomen bedroeg tijdens het huwelijk 3.000 euro netto. Aan de hand van de Nibud-normen bedragen de eigen kosten van de kinderen 700 euro per maand. Na de scheiding bedraagt de draagkracht van Victor 500 euro per maand en de draagkracht van Linda 300 euro per maand.
Bij de berekening welk bedrag aan kinderalimentatie Victor aan Linda moet betalen, wordt de draagkracht van Victor en Linda, als volgt, naar rato verdeeld:
(aandeel in de eigen kosten van de kinderen : totale draagkracht van Victor en Linda) x draagkracht Victor = (700 : 800) x 500 = 437,50 euro.
Voor Linda betekent dit de volgende rekensom:
(aandeel in de eigen kosten van de kinderen : totale draagkracht van Victor en Linda) x draagkracht Linda = (700 : 800) x 300 = 262,50 euro.
Victor moet dus maandelijks een bedrag van 437,50 aan kinderalimentatie betalen.