Berekening van alimentatie
Op het moment dat u of uw ex-partner onvoldoende inkomsten heeft om in het levensonderhoud te kunnen voorzien en hij deze inkomsten in redelijkheid ook niet kan verwerven, zal de rechter beoordelen of u en hoeveel alimentatie er moet worden betaald. De rechter zal bij de vraag of iemand wel of niet in zijn of haar levensonderhoud kan voorzien niet alleen maar naar het inkomen van de partij de alimentatie verzoekt kijken. De rechter zal ook aanknopen bij de welstand van partijen tijdens het huwelijk.
Het berekenen van de behoefte, draagkracht en de juiste alimentatie is vrij ingewikkeld. U kunt hiervoor het beste contact opnemen met een in echtscheidingen gespecialiseerde mediator. Hij of zij kan u precies vertellen met welke inkomsten en uitgaven in uw specifieke geval rekening gehouden zal worden.
Een voorbeeld
De vrouw verdient 4.000 euro per maand tijdens het huwelijk, de man verdient 25.000 euro per maand tijdens het huwelijk. De vrouw kan in haar levensonderhoud voorzien, maar zal toch behoefte kunnen hebben aan een alimentatiebedrag, omdat zij er in welstand op achteruit gaat als zij van haar inkomen van 4.000 euro per maand moet rondkomen.
Om de hoogte van de partneralimentatie vast te stellen, doorloopt de rechter de volgende stappen:
Wat was het netto gezinsinkomen tijdens het huwelijk?
De partner die behoefte heeft aan alimentatie heeft in principe recht op 60% van het netto gezinsinkomen zoals dat gold tijdens het huwelijk. Er wordt dus gekeken naar de financiële welstand van partijen tijdens het huwelijk. Aangezien leven in gezinsverband goedkoper is dan als alleenstaande, neemt de rechter aan dat 60% van het netto gezinsinkomen voldoende is om op hetzelfde welstandsniveau te blijven. Dit betekent niet dat de partij die alimentatie moet voldoen, uiteindelijk slechts 40% van het netto gezinsinkomen te besteden heeft na de echtscheiding. Bij de volgens stap zal de rechter moeten vaststellen in hoeverre de partij die alimentatie moet betalen ook daadwerkelijk in staat is om aan deze norm te voldoen.
Kan de betalende partner deze norm ook daadwerkelijk betalen? Het gaat bij het beantwoorden van deze vraag om de zogenaamde draagkracht van de alimentatieplichtige.
Een voorbeeld
Pieter en Manon zijn gescheiden. Het netto gezinsinkomen tijdens het huwelijk van Pieter en Manon bedroeg 1.800 euro per maand. Manon wil alimentatie van Pieter. Volgens de hoofdregel zou Manon in elk geval over een bedrag van 1.080 euro (60% van 1.800 euro) netto per maand moeten beschikken.
Manon werkt parttime en verdient 700 euro netto per maand. De alimentatiebehoefte van Manon is dan 380 euro netto per maand.
Op het moment dat de rechter de behoefte van Manon (380 euro netto per maand) gaat de rechter kijken of dit bedrag ook daadwerkelijk door Pieter betaald moet worden. In elk geval hoeft Pieter nooit meer te betalen dan de behoeft die voor Manon is vastgesteld. Wel is het mogelijk dat het inkomen van Pieter (onder aftrek van bepaalde kosten) zo laag is, dat Pieter niet in staat moet worden geacht om 380 euro netto per maand te betalen. De rechter zal de alimentatie in dat geval op een lager bedrag vaststellen, ook al is de financiële behoefte van Manon hoger.